NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1967 Milikowski en `Lof der onaangepastheid`
Het perspectief van de kwetsbare burger
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

In het sociaal werk rommelt het regelmatig. Daar raakte men in de jaren vijftig meer en meer gefascineerd door het social-casework waarin niet zozeer de vooringenomen morele categorieën uitgangspunt vormen voor een hulpverleningsrelatie, maar de omstandigheden en de veranderingspotenties van mensen. Betweterigheid past daarin steeds minder, meer en meer gaat het om professionele ondersteuning. Deze voorzichtige omkering van perspectief neemt in de jaren zestig de vorm aan van een radicale trendbreuk. Een belangrijke katalysator vormt het proefschrift van de socioloog Herman Milikowski: Sociale aanpassing, niet-aanpassing en onmaatschappelijkheid, dat in 1961 verschijnt. Het bevat het verslag van zijn onderzoek in Leidse buurten, maar vooral een kritische historische en sociologische situering van het begrip onmaatschappelijkheid. Deze studie zal vanaf 1967 verschijnen onder de titel Lof der onaangepastheid en nog vele herdrukken beleven.

Milikowski verzette zich tegen de verplichte aanpassing van de ‘onderlaag’ door de ‘bovenlaag’ van de samenleving, alsof deze laatste het patent zou hebben op de ‘juiste levenswijze’. Onmaatschappelijkheid, zo redeneerde Milikowski, is net zo goed een typering voor die mensen die bewoners in volksbuurten in slechte omstandigheden gevangen houden. Anders gezegd: je moet niet alleen naar de slachtoffers kijken, maar ook naar de ‘veroorzakers’: huisjesmelkers, werkgevers, politici, pastoors, noem maar op.
Daar kwam volgens Milikowski nog bij dat onaangepastheid het beste startpunt is voor mensen om hun emancipatie te beginnen. Dat moet vooral niet in termen van wat anderen vinden dat je moet doen, maar op basis van een eigen cultuur, een eigen levenswijze. Daar zou de emancipatie zich op moeten richten. Wat de onmaatschappelijkheidsbestrijders in de ogen van Milikowski tot dan toe hadden gedaan, is een zogenaamd objectief sausje aanbrengen over hun eigen subjectieve normen. De armbezoekers en woningopzichteressen wilden dat mensen zich zouden aanpassen. Emanciperen is volgens Milikowski iets anders.

Milikowski wordt aanvankelijk weggehoond door zijn wetenschappelijke vakbroeders, waaronder Tonko Ten Have. In recensies melden ze dat ze zijn proefschrift schaterend van het lachen hebben gelezen. Maar met het verstrijken van de jaren zestig vergaat hen het lachen steeds meer.

De discussie over (on)aangepastheid is met het werk van Herman Milikowski niet beëindigd. Recent zien we hernieuwde belangstelling voor dit thema. We gebruiken dan niet meer de term (on)aangepastheid, maar verwijzen naar normen en waarden, naar asociaal gedrag en respect. Schijnbaar kleine dingen zoals hondenpoep, zwerfvuil, luid muziek spelen, … staan hoog op onze irritatie-index.

Logisch gevolg van het werk van Herman Milikowski is dat individuele of maatschappelijke problemen meer bekeken en onderzocht moeten worden vanuit het perspectief van de burger, vanuit de beleving. Daar is de laatste decennia veel werk van gemaakt. Er zijn meerdere publicaties verschenen die zo’n perspectief hanteren. Zo is er het boek van Margalith Kleijwegt over de opvoedingssituatie van allochtone jongeren in Amsterdam, het werk van Stella Braam of het werk van Mirjam Pool over leven in armoede. Ook het perspectief van de hulpverlener komt aan bod, bijvoorbeeld in het boek van Paul Teunissen over overlastsituaties, of het werk van Anton Valens over het zerk in thuisworg.
Dat vertellende perspectief vanuit kwetsbare burgers en/of hulpverleners is essentieel om het vaak kwantificerende werk van sociale wetenschappers te voorzien van een belevingsperspectief.

Publicatiedatum: 01-02-2009
Datum laatste wijziging :27-10-2018
Auteur(s): Jan Steyaert,
Verwante vensters
Verder studeren
Literatuur
  • PDF document Milikowski Herman (1967), Lof der onaangepastheid, een studie in sociale aanpassing, niet-aanpassing, onmaatschappelijkheid , Meppel: Boom.
  • van Wel, F. (1999), Iedere samenleving schept zijn eigen ‘probleemgezinnen’. Milikowski over onmaatschappelijkheidsbestrijding en ongehuwde moederzorg : In B. Waaldijk, J. van der Stel & G. van der Laan (Eds.), Honderd jaar sociale arbeid. Portretten en praktijken uit de geschiedenis van het maatschappelijk werk. Assen: Van Gorcum.
  • PDF document Steyaert, J., & Harris, K. (2006), Een beetje respect graag , Alert, 32(3), 81-93.
  • Externe link Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (2003), Waarden, normen en de last van het gedrag,  Amsterdam: Amsterdam university press.
  • Kleijwegt, M. (2005), Onzichtbare ouders; De buurt van Mohammed B. , Zutphen: Plataan.
  • Braam, S. (2003), Tussen gekken & gajes, avonturen in de undercoverjournalistiek , Amsterdam: Singel pockets.
  • Teunissen, P. (2006), Extreme overlast, portretten van op drift geraakte levens , Amsterdam: Veen.
  • Pool, M. (2007), Alle dagen schuld , Augustus.
  • Valens, A. (2008), Dweiloorlog , Augustus.
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste