NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1994 Eerste hoogleraar maatschappelijk werk
Leerstoel Marie Kamphuis stichting
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Al van bij het prille begin van het maatschappelijk werk in Nederland, sinds het werk van Hélène Mercier rond 1870, zijn ontwikkelingen inzake professionalisering van het maatschappelijk werk op verschillende dimensies zichtbaar. Daartoe behoren de start van eigen opleidingen (sinds 1899), werk rondom beroepscode (sinds 1962) en de start van een beroepsvereniging (in 1947). Professionalisering omvat ook uitbouw van de kennisbasis van het beroep via onderzoek en wetenschap. Ook die ontwikkeling speelt bij maatschappelijk werk. Internationaal zijn er begin 20ste eeuw spraakmakende uitspraken over de relatie tussen sociaal werk en wetenschap. Zo wordt de vraag uit 1915 van Abraham Flexner (1866-1959) of sociaal werk wel een beroep is nog steeds regelmatig geciteerd. Een jaar later stelt Marie Muller-Lulofs vast: “De armenverzorging werd nu wetenschappelijk; naast het impulsief en warm gevoel werd aan het nuchter denkend koele hoofd een plaatsje ingeruimd”. Ook andere toonaangevende figuren zoals Marie Kamphuis riepen op om praktijk en wetenschap met elkaar te verknopen.

Het heeft wel enige tijd geduurd voor de oproep tot het laten inspireren van de praktijk door wetenschap en onderzoek vorm kreeg. Een eerste serieuze poging ontstond in de jaren zestig van de 20ste eeuw met de erkenning van agogie als wetenschap en het werk van Tonko ten Have. De band met de praktijk kwam echter niet echt tot stand en in de jaren zeventig verloor de agogie haar status als wetenschap.

Net in die tijd (1972) ontstond het Tijdschrift voor agologie als ‘hangplek’ voor wie op het snijvlak van maatschappelijk werk en wetenschap actief was. In 1987 veranderde het van naam in TVA: tijdschrift over theorie en onderzoek, praktijk en beleid van hulpverlening, en in 1991 in Sociale Interventie. In 2009 verandert het weer van naam en krijgt het de Engelse titel Journal of social interventions.

Een volgende poging komt er in de jaren negentig via de Marie Kamphuis stichting. Die organiseert een leerstoel ’Grondslagen van het maatschappelijk werk’ voor een bijzonder hoogleraar maatschappelijk werk, eerst bij de Universiteit van Utrecht, rond 2006 bij de Universiteit voor Humanistiek. Geert van der Laan is in 1994 de eerste die deze leerstoel opneemt. Hij kreeg bekendheid met zijn proefschrift uit 1990: Legitimatieproblemen in het maatschappelijk werk. In dit werk (dat zeven drukken beleefde en in het Duits werd vertaald) legt hij veel nadruk op het belang van casuïstiek (zie ook zijn oratie Leren van gevallen uit 1995) en practice-based evidence als schijnbaar alternatief op evidence-based practice. Schijnbaar, want beide zijn twee kanten van eenzelfde medaille. In 2008 moet Van der Laan wegens ziekte de leerstoel overdragen. Opvolger wordt Hans van Ewijk die veel focus zal leggen op de complexiteit en de verbiniding van maatschappelijk werk met het gehele sociale domein. In 2002 start ook de toenmalige Universiteit van Nijmegen met een leerstoel maatschappelijk werk die enkele jaren (2004-2009) door Carol van Nijnatten bekleed wordt.

In het eerste decennium van deze eeuw ontstaan er nog initiatieven om de hulpverleningspraktijk met onderzoek te verknopen. Aan hogescholen kregen lectoren de ruimte zich te richten op praktijkgericht onderzoek. De eerste was Jan Steyaert in september 2000 aan de Fontys-hogeschool in Eindhoven. Momenteel zijn er een honderdtal actief op het brede sociale terrein. (De portrettengalerij in de linker kolom is niet volledig!) Een twingtigtal is verenigd in het Platform lectoren zorg en welzijn. Enkele hbo-instellingen, zoals de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), krijgen enkele jaren later de kans om een master sociaal werk aan te bieden. Sinds 2009 (co-)financiert het ministerie van VWS ook een reeks regionale Wmo-werkplaatsen. En het NJi en Movisie startten met databanken effectieve sociale interventies.
Ook op internationaal vlak beweegt er het een en ander. Zo stijgt de status van kwalitatief onderzoek in het sociaal werk, mede door het vele werk van Ian Shaw.

Desondanks blijft de relatie tussen de hulpverleningspraktijk en wetenschap, zowel in Nederland als internationaal, een erg gespannen relatie. Een concept als ’evidence based practice’ roept nog steeds veel discussie op. Van onze tandarts verwachten we niet anders, maar bij het maatschappelijk werk ...

Geert van der Laan is opgenomen in het Biografisch Portaal Sociaal Werk


Publicatiedatum: 13-04-2014
Datum laatste wijziging :20-09-2022
Auteur(s): Jan Steyaert,
Verwante vensters
Extra
Verder studeren
  • Ard Sprinkhuizen, Margot Scholte (2012), De sociale kwestie. De Wmo en sociaal werk in transitie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
  • Ewijk, Hans van, Spierings, Frans, Wijnen, Ria (2012), Basisboek Sociaal Werk. Activeren en meedoen. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Tweede, herziene druk van Basisboek Social Work. Mensen en meedoen uit 2007.
  • Eijken, Jef van, Ewijk, Hans van, Staatsen, Harrie (red.) (2011), Samenleven is geen privézaak. Sociaal werk en actief burgerschap. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Bundel wetenschappelijke artikelen van het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht.
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste