NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Verwante vensters
2010 LVB: de onzichtbare beperking
Overtegenwoordigd in de verkeerde statistieken
eerste   vorige   homepage  
 
Mensen die al van kind af aan qua gedrag en uiterlijk afweken van de algemeen aanvaarde sociale normen en als een probleem voor de samenleving beschouwd werden, werden vroeger zwakzinnig genoemd. Mensen met de lichtste vorm van zwakzinnigheid werden achterlijken of debielen genoemd. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam zowel in het onderwijs als in de zorg de term moeilijk lerend in zwang. Dit vanuit de gedachte dat deze naamgeving minder stigmatiserend zou zijn en meer recht zou doen aan hun problematiek. In de jaren daarna kreeg de benaming licht verstandelijk gehandicapt de overhand en tegenwoordig wordt er gesproken over mensen met een licht(e) verstandelijke beperking (LVB), een groep die meer divers is als eertijds de groep mensen die debiel genoemd werden.
Het algemeen gebruik van de aanduiding licht verstandelijk beperkt en de afkorting LVB is in de tijd niet precies te bepalen. Een klein onderzoek in het krantenarchief Delpher leert dat deze typeringen voor 2000 niet werden gebruikt. De eerste krantenberichten waarin gesproken wordt over (mensen met een) licht verstandelijk beperking verschijnen eigenlijk pas vanaf 2010. Dat jaar verschijnt er ook een alarmerend rapport van het Trimbos-instituut, waarin de noodklok wordt geluid over de kwetsbaarheid van jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb).

LVB-vaststellen
Begin vorige eeuw ontwikkelden de Franse wetenschappers Binet en Simon een intelligentietest. Iemands intelligentie werd daarbij uitgedrukt in een IQ score. Inmiddels zijn er heel veel verschillende IQ tests beschikbaar, zoals de WISC en de IDS-2 voor kinderen en de WAIS en de Kaufman Intelligentietest voor adolescenten en volwassenen. Internationaal is er consensus om een IQ-score tussen 50 en 70 te beschouwen als een eerste criterium voor de classificatie van LVB. Een tweede criterium is de gelijktijdige aanwezigheid van verminderde adaptieve vaardigheden. Een derde criterium is dat er al vroeg in de ontwikkeling problemen zijn.
In Nederland worden, en dat maakt de groep aanmerkelijk groter, ook mensen met een IQ score tussen 71 en 85 mensen met een LVB genoemd indien er sprake is van sterk verminderde adaptieve vaardigheden. Voor het vaststellen van een LVB zijn in Nederland diverse gevalideerde instrumenten beschikbaar zoals de ABAS en de ADAPT. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft becijferd dat er in Nederland tussen de 1,1 miljoen en 1,6 miljoen mensen met een aangeboren of verworven LVB zijn.

Oorzaken
Er zijn twee oorzaken voor het ontstaan van een LVB te onderscheiden die echter ook samen kunnen optreden. Ten eerste: de medisch-biologische (aangeboren) oorzaken van een LVB waaronder onder andere erfelijke aandoeningen, aangeboren afwijkingen en een zuurstoftekort tijdens of na de geboorte. Ten tweede: de verworven LVB. Bij een relatief grote groep kinderen en volwassenen is er immers geen sprake van een aangeboren oorzaak. Zij verwerven een LVB binnen een disfunctioneel sociaal systeem, door gebrekkig of niet-aangepast onderwijs of gaat op latere leeftijd functioneren op het niveau van een LVB door de trauma’s die zij opgelopen hebben of door ernstige psychische problemen of middelenmisbruik.

Kenmerken
De communicatie en het taalgebruik van mensen met een LVB zijn vaak concreter dan op basis van de kalenderleeftijd verwacht mag worden. Als regel zijn er geen problemen met zelfverzorging en het oplossen van eenvoudige alledaagse problemen. Die ontstaan pas wanneer complexe taken moeten worden uitgevoerd, waarbij veel verschillende informatie tegelijkertijd moet worden verwerkt. Denk aan het gebruik van het openbaar vervoer, het bereiden van gezonde maaltijden, het oplossen van sociale problemen of bankzaken en geldmanagement. Vaak zijn kinderen en volwassenen met een LVB echter ook harde werkers en zijn ze heel behulpzaam.

Onderwijs
Vanaf eind negentiende eeuw werden in de grote steden ook speciale scholen voor debiele kinderen opgericht. (Zie: Canon speciaal onderwijs). Na invoering van de Leerplichtwet (1901) nam hun aantal snel toe. Openbare debielenscholen waren meestal volksscholen, gelegen in volksbuurten, met veel kinderen uit zwak sociale gezinnen. In de tweede helft van de vorige eeuw ontstonden er scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs voor Moeilijk Lerende Kinderen (MLK).
Tegenwoordig krijgen leerlingen met een LVB in het kader van Passend Onderwijs vaker (met extra ondersteuning) inclusief onderwijs in het reguliere basisonderwijs. Maar andere kinderen gaan naar een Cluster 3 school, voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap of chronische ziekte of naar een Cluster 4 school, voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen. Het onderwijs heeft een belangrijke signalerende functie voor het vaststellen van een LVB. We spreken in het onderwijs van een LVB wanneer duidelijk is dat een leerling, ook met hulp, achterblijft in de prestaties die op grond van leeftijd en context verwacht mogen worden.

Passende ondersteuning
Een LVB wordt vaak té laat vastgesteld, waardoor iemand té lang niet de juiste ondersteuning krijgt. Wanneer dit wel het geval is krijgen de meeste mensen met een LVB passende ondersteuning door familie, vrienden en door informele en formele netwerken, waaronder door MEE of een zorgorganisatie. Ze kunnen daarmee goed functioneren in de samenleving. Recent onderzoek laat echter zien dat het volledig maatschappelijk kunnen functioneren (inclusie) van volwassenen met een LVB moeizaam verloopt. Het begeleiden en behandelen van kinderen en volwassen met een LVB vereist grondige kennis van zowel universitair als hbo-geschoolde professionals. Het kunnen onderscheiden tussen iemand met en zonder een LVB is belangrijk voor de wijze van diagnosticeren en communiceren en voor het kiezen van de adequate behandelmethoden en-strategieën.

Intramurale behandeling
Eeuwenlang was de zorg voor mensen met een LVB een familieaangelegenheid en werden ze vaak ongeschoold ingezet in de landbouw en de industrie. Zogenaamde ‘onaangepasten’ daarentegen, werden opgenomen in een asiel of (psychiatrische) inrichting. Om hun gedrag te (leren) reguleren en om nuttig werk aan te leren werden er relatief recent speciale internaten en scholen voor kinderen en jongeren met wat we nu zouden aanduiden als een LVB ingericht. Zo begon de vereniging ’s Heeren Loo in 1907 in Ermelo onder de naam Groot-Emaus een aparte intramurale voorziening voor ‘verwaarloosde, achterlijke jongens’ en in hetzelfde jaar ook voor dergelijke meisjes. In de jaren daarna kwamen er in de meeste provincies ook instituten voor onaangepaste kinderen die vaak uit sociaal zwakke gezinnen kwamen.

De opvolgers van deze instituten bestaan nog steeds onder de naam orthopedagogische behandelcentra (OBC). Daar wordt kinderen en jongeren behandeld die op grond van problemen binnen het opvoedingssysteem extra hulp en behandeling nodig hebben. Kinderen en volwassenen met een LVB kunnen op grond van beperkte emotionele, sociale en probleemoplossende vaardigheden en/of discrepantie tussen noodzakelijke versus geboden ondersteuning lijden aan gedragsproblemen, psychiatrische problemen, middelenmisbruik, crimineel gedrag, traumatisering en hechtingsproblemen. In de populaties van mensen die seksueel misbruikt zijn, gebruikmaken van psychiatrische hulpverlening, bekend zijn bij politie en justitie, een straf uitzitten in de gevangenis of opgevangen worden in de dak- en thuislozenzorg zijn mensen met een LVB oververtegenwoordigd. De zorg die de OBC’s heden ten dage geven is hoog-specialistisch, veelal ambulant en relatief kortdurend van aard. Een beperkt aantal mensen verblijft permanent in een instelling of krijgt van daaruit behandeling en ondersteuning. Voor volwassenen met ernstige problemen, zogenaamde LVB+, problemen, zijn er in Nederland vier specialistische behandelcentra werkzaam die samenwerken onder de naam Expertisecentrum de Borg.

Publicatiedatum: 28-09-2014
Datum laatste wijziging :12-10-2023
Auteur(s): Xavier Moonen,
Verwante vensters
Verder studeren
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
Video

YouTube, 29 nov. 2012 | Jongeren met een lichte verstandelijke beperking, zijn vaak multi-problem jongeren die regelmatig maatschappelijke schade en overlast veroorzaken. Lastige jongeren dus. Maar de problematiek bestaat uit meer facetten...Zie ook het project Jong&Lastig?!)

YouTube, 9 november 2021 | In deze video laat prof. dr. Xavier Moonen je kennismaken met de kenmerken van een licht verstandelijke beperking (LVB). Weet jij wanneer je kunt zeggen dat iemand een LVB heeft en om hoeveel mensen het gaat? Ook maak je kennis met een aantal screeningsinstrumenten zoals de Screener voor intelligentie en licht verstandelijke beperking (SCIL) en krijg je tips om ook in de geschreven communicatie aan te sluiten bij mensen met een LVB.

YouTube, 9 juni 2021 | Begeleid je mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) en gehechtheidsproblemen? Of ga je dat in de toekomst doen? En wil je meer weten over gehechtheidsproblemen en handvatten om hier mee om te gaan? In dit webinar van 8 juni 2021 krijg je antwoord op deze vragen. Dit webinar is een initiatief van ’s Heeren Loo, Vrije Universiteit Amsterdam en Bartiméus. Het webinar ’Gehechtheid: Herkennen en omgaan met gehechtheidsproblemen bij mensen met LVB’ is een vervolg op het webinar ’Gehechtheid bij verandering’

eerste   vorige   homepage