NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Agnes de la Rie



Agnes de la Rie (1930 - 2017)


maatschappelijk werk, jeugdzorg


“Moeder van het schoolmaatschappelijk werk”, van 1973 tot 2012 gezichtsbepalend lid en voorzitter van de Functiegroep schoolmaatschappelijk werk van de Ned. Ver. van Maatschappelijk Werkers (NVMW)


* * *


Op het Jubileumcongres Schoolmaatschappelijk werk 60 jaar, in 2006, werd Agnes de la Rie in het zonnetje gezet. Ze kreeg een mooie ketting omgehangen voor haar niet aflatende inspanningen voor het schoolmaatschappelijk werk. Bij die gelegenheid zei zij: “We strijden nog steeds – na 100 jaar – voor wettelijke erkenning van het beroep van maatschappelijk werker en om het schoolmaatschappelijk werk tot een basisvoorziening te maken in het gehele Nederlandse onderwijs”.

Opleiding
Agnes werd in 1930 geboren in Canada, maar is opgegroeid in Utrecht. Na haar Gymnasium-B werkte ze een jaar als au pair in Engeland. Daarna ging ze naar de School voor Maatschappelijk werk in Amsterdam. Ze werkte naast haar opleiding in een kinderhuis van Hulp voor Onbehuisden, voor kinderen van ongehuwde moeders. Daarna liep ze stage bij het Amsterdamse Gemeentelijk Bureau voor de Jeugdzorg, afdeling schoolmaatschappelijk werk, en een Joods Kinderhuis van de Bergstichting in Laren.
Ze werd lid van de Humanistische Jongeren Gemeenschap (HJG), een afdeling van het Humanistisch Verbond, waar ze vele vrienden en ook haar eerste man leerde kennen. Vanwege deze humanistische levensbeschouwing werd ze na haar opleiding aangenomen als maatschappelijk werker bij de vrijzinnig Protestantse Voogdijvereniging ‘Tot Steun’.

Aan de slag in Emmen
Toen Agnes halverwege de jaren vijftig kinderen kreeg moest ze stoppen met werken, zoals dat toendertijd ging. Ze verhuisde met haar gezin naar Emmen. Haar oudste zoon volgde onderwijs aan een LOM-school (voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden). Agnes zag daar dat veel ouders en ook leerkrachten moeite hadden met de omgang met deze kinderen en wel ondersteuning konden gebruiken. Ze sprak daarover met de directeur van de school en gaf het belang aan om op school maatschappelijk werk in te zetten. Toen haar jongste zes jaar was, vroeg de directeur van de VSO-LOM-school De Veenkampen in Emmen haar om daar te komen werken als schoolmaatschappelijk werker. Hij begreep het belang en de toegevoegde waarde van het schoolmaatschappelijk werk. Aanvankelijk was ze in dienst van de school en later werd het Algemeen Maatschappelijk Werk in Emmen haar werkgever. Met die uiteenlopende aanstellingsvormen hebben schoolmaatschappelijk werkers nu nog steeds te maken, vanwege hun positie tussen scholen en maatschappelijk werk / jeugdhulp in.

Driehoek: kind – ouders – school
Voor Agnes draaide de kern van haar werk altijd om de driehoek: kind – ouders – school. Om een kind echt te helpen moet je zowel naar de thuissituatie kijken, als naar de schoolsituatie. En de opvoeders thuis en op school hebben beide ondersteuning nodig. Het systemisch werken, zoals dat nu nog steeds centraal staat in de opleidingen voor ‘social work’, stond voor haar daarmee altijd al hoog in het vaandel. Ze probeerde daarbij ook een brug te slaan tussen de ‘taal’ en het jargon van de school, de ‘taal’ en het jargon van de hulpverlening en de taal van ouders. Ze brak een lans voor de expertise van ouders, waarnaar op scholen en in de hulpverlening vaak te weinig geluisterd werd. Ouders voelen zich dan miskend, niet gehoord. “Maar je moet ook niet eenzijdig de visie van ouders verdedigen, want dat werkt alleen maar polariserend. Het gaat in de eerste plaats om het belang van het kind”, schreef ze in 2005.
Haar visie heeft ze ook beschreven als medeauteur van het boek Kind, ouders, school; onderwijs en schoolmaatschappelijk werk. Overzicht van de geschiedenis en organisatie van het schoolmaatschappelijk werk (SWP, 1987).

Mensenmens
Wat was haar drive voor dit werk? In haar jeugd was ze erg onzeker en had weinig vrienden. De school voor Maatschappelijk Werk bood haar steun bij haar verdere persoonlijke groei. En bij de Humanistische Jongeren Gemeenschap vond zij voor het eerst een groep waarin zij volwaardig mee mocht doen, zoals ze het in 2007 zelf beschreef. Wanneer zij iets voor een ander kon betekenen kon ze haar verlegenheid van zich afschudden, omdat het om een ander ging en niet om haar. Ze was een echt ‘mensenmens’, zoals ook haar kleinzoon Bas haar typeerde. “Oma wilde altijd met iedereen in gesprek en was dan altijd erg in je geïnteresseerd. En ze wilde altijd helpen.” In het humanisme vond zij een levensbeschouwing die haar sterk aansprak.

Functiegroep
In 1969 ontstond de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) na een fusie van verschillende verzuilde beroepsorganisaties. De NVMW heet nu BPSW (Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk). Agnes trad toe in 1973. Van meet af aan streed zij er binnen de vereniging voor om een aparte groep voor schoolmaatschappelijk werkers op te zetten. Dat ging niet vanzelf, maar uiteindelijk werd toch de Functiegroep School Maatschappelijk Werk opgericht. Sinds die tijd en tot 2008 was Agnes daarin de spin in het web.

Hét aanspreekpunt
Zij hield al die jaren, naast haar werk als schoolmaatschappelijk werker, ‘de boel bij elkaar’ in de functiegroep, zoals medebestuursleden het uitdrukken. Ze organiseerde vergaderingen, themabijeenkomsten, zorgde voor de interne en externe contacten en hield een uitgebreide administratie bij. Ze was hét aanspreekpunt van de functiegroep; iedereen belde haar en zij belde iedereen. Waarschijnlijk had ze met meer dan 80% van de leden van de functiegroep persoonlijk contact. En dat aantal groeide van 1.031 in 1999 tot 1.890 in 2008, volgens de administratie van Agnes!
Ze was er snel bij toen de computer z’n intrede deed. Maar toch bewaarde ze alles ook op papier; het hele huis stond vol! Langs de muren, in de slaapkamers, overal stonden dozen met ledenlijsten, literatuurtips, brochures, notulen van vergaderingen, maar ook notities van alle telefonisch contacten, overzichten van de vragen die bij de functiegroep binnen kwamen, de aantallen mails die ze wekelijks beantwoordde, enz. Ondanks al die activiteiten was ze, volgens haar zoon Victor, toch altijd thuis voor de kinderen. Soms werden de kinderen ook ingeschakeld, bijvoorbeeld om voor een enquête de papieren te vouwen en in enveloppen te doen.

Competentieprofiel
Agnes had in haar werkzaamheden voor de NVMW twee belangrijke missies. Ze wilde dat er een goede taakomschrijving zou komen voor schoolmaatschappelijk werk. Daar is uiteindelijk het (nog bestaande ) competentieprofiel voor de schoolmaatschappelijk werker uit voortgekomen. Daarnaast wilde ze voortdurend het belang van schoolmaatschappelijk werk onder de aandacht brengen en erkenning krijgen voor het vak. Zo leverde ze een belangrijke bijdrage aan het boek Schoolmaatschappelijk werk in uitvoering dat in in 2006 verscheen bij uitgeverij Garant.
Dat was ook de reden dat ze namens de NVMW op heel veel plaatsen acte de présence gaf. Ze onderhield contacten met ministeries, gemeenten, landelijke koepel- en brancheorganisaties, de Marie Kamphuisstichting, platforms en netwerken. Ze werkte samen met Hogescholen die een Post-HBO-opleiding of cursus schoolmaatschappelijk werk aanboden. En vanuit de NVMW ondersteunde en adviseerde ze het Servicepunt SMW dat in Rotterdam werd opgericht als kwaliteitsimpuls voor het gemeentelijke schoolmaatschappelijk werk.

Landelijke conferenties
In 1985 werd Agnes lid van de Stichting Wisselwerking, een organisatie waarin een groot aantal branche- en koepelorganisaties uit het onderwijs, het vormingswerk, de zorg en leerplicht deelnamen om gezamenlijk schooluitval en thuiszitten aan te pakken. Vanaf 2000 werd dit voortgezet in het Landelijk Platform Onderwijs en Jeugdzorg (LPOJ). Ze nam enthousiast en altijd goed voorbereid deel aan de jaarlijkse mini-conferenties die door het LPOJ georganiseerd werden. Stichting Wisselwerking, het LPOJ en de functiegroep SMW organiseerden tweejaarlijks een grote landelijke conferentie voor schoolmaatschappelijk werkers. Agnes was daar altijd nauw bij betrokken. In 2006 nam zij voor het laatst deel. Die conferentie stond in het teken van 60 jaar schoolmaatschappelijk werk. Zij stond die dag in de spotlights.

Erelidmaatschap BPSW
Die conferentie was ook min of meer haar afscheid van de Functiegroep. Ze heeft nog tot 2008 werkzaamheden verricht en van haarzelf hoefde ze ook helemaal niet te stoppen, maar ze realiseerde zich wel dat het nodig was dat een nieuwe, jongere lichting het stokje overnam. Toen is het hele bestuur opgestapt en hebben nieuwe mensen het overgenomen.
Voor al dat bijzondere werk en de stimulerende rol die zij vervulde heeft de BPSW haar het erelidmaatschap toegekend! Op hun website staat te lezen: “Ereleden hebben zich zeer verdienstelijk gemaakt voor het sociaal werk in het algemeen en de vereniging in het bijzonder”. Een ieder die haar heeft gekend zal dit volmondig onderschrijven.

Dit biografisch portret is tot stand gekomen met medewerking van Dick de Man, Anneke Stroo, Mustapha Igozoul, Victor de la Rie en Bas de la Rie.

Publicatiedatum: 14-08-2020
Datum laatste wijziging :24-08-2020
Auteur(s): Marij Bosdriesz,
Links



design by Anne Van De Genachte / built by Dutchlion 2015 / maintenance by Rstyle