NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Jeanne  Löhnis



Jeanne Löhnis (1894 - 1967)


maatschappelijk werk, sociaal werk


was van 1947 tot 1956 de eerste directeur van de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers en daarna internationaal actief als vice-voorzitter van de International Federation of Social Workers.


* * *


Op 24 oktober 1967 Is mejuffrouw Jeanne Löhnis van ons heengegaan Zij heeft een 7-tal jaren gewerkt bij de Volkenbond, daarna 2 decennia aan de School voor Maatschappelijk Werk te Amsterdam — in de wandeling genoemd “de school van Moltzer” — en tenslotte 9 jaren als directrice van het bureau van de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers.

Het is in die laatste kwaliteit dat ik haar in dit nummer wil herdenken. Niet alleen omdat ik dit ’In Memoriam’ schrijf voor het Mededelingenblad van de Bond, maar ook omdat ik als voorzitter van de Bond het genoegen heb gehad om vele jaren met ’Loeks’(haar bijnaam) Löhnis nauw samen te werken.

In die beginperiode van professionalisering waren de persoonlijke contacten zeer hecht en had het werken aan de uitbouw en de versteviging van een jonge beroepsorganisatie een speciale charme. Misschien kwam dat ook door die zo merkwaardige mengeling van serieuze organisatie en improvisatie, die aan vele beginperioden eigen is. Die charme was ook een onafscheidelijk deel van het karakter van mejuffrouw Löhnis. Zij was de vrouw van de persoonlijke noot, in overdrachtelijke maar ook in letterlijke zin. Vele van haar brieven eindigden met een post-scriptum, waarin zij de gelegenheid waarnam om nog gauw iets te schrijven, dat ietwat buiten het zakelijke type-kader viel!

De geschiedenis van de Bond begint bij mejuffrouw Löhnis. Van de oprichting op 18 oktober 1947 tot 1 juli 1956 was zij aan het bureau van de Bond als directrice verbonden. Het bureau was bij haar aan huis gevestigd en de aanstelling geschiedde — in verband met de bescheiden geldmiddelen — voor een derde van haar werktijd. Uit de eerste exploitatierekening blijkt, dat haar salaris was vastgesteld op f 1200— per jaar. Toewijding moest goed maken wat de financiën niet konden doen. Die toewijding was er ruimschoots bij mejuffrouw Lôhnis.
Wie de moeite neemt de jaarverslagen van de Bond over de eerste negen jaren te raadplegen, zal het opvallen, dat het streven gericht was op het bereiken van twee doelstellingen: 1. dat de arbeid van hen, die maatschappelijk werk als beroep uitoefenen, aan hoge eisen zal voldoen, en 2. dat deze arbeid in de maatschappij de juiste waardering zal ondervinden.
Het streven van de Bond was het streven van mejuffrouw Löhnis. Zij probeerde die doelstelingen mede te realiseren door haar contacten met de scholen voor maatschappelijk werk en niet in het minst door het onderhouden van vele internationale relaties. Het Mededelingenblad — dat toen nog in een wat bescheidener omvang uitkwam dan thans — en de voor- en najaarsconferenties van de Bond waren andere middelen, die haar ten dienste stonden, niet alleen om het niveau te verbeteren, maar ook en evenzeer om een band te vormen tussen de leden van de Bond, die toen veel meer dan thans op eenmansposten hun nog niet altijd juist gewaardeerde en gehonoreerde arbeid moesten verrichten.
Mejuffrouw Lohnis onderhield nauw contact met de plaatselijke afdelingen, in Amsterdam, Den Haag. Haarlem, Utrecht en Rotterdam, en met de vele door de Bond ingestelde commissies. Wij denken in dit verband b.v. aan de Commissie Opleiding en Bijscholing van maatschappelijk werkers, die voor de verbetering van de rechtspositie van de maatschappelijk werker verde, en de Commissie inzake de Financiële en Maatschappelijke Waardering van de opgeleide maatschappelijk werker. Dan was er nog de sectie bedrijfemaatschappelijk werk, die destijde een belangrijke plaats innam in het geheel van de Bond en later door andere is gevolgd. Het cultiveren van al deze contacten was het sterke punt van mejuffrouw Löhnis’ werk voor de beroepsorganisatie. Datzelfde deed zij ook buiten de Bond voor het opbouwen van contacten met andere organisaties van maatscpelijk werkers en andere instanties in binnen en buitenland. Op haar wijze en in haar tijd was zij een uitstekende public relations officer van de Bond. Vreemde talen sprak zij voortreffelijk en haar internationale contacten destijds veelvuldig en intensief. (Na haar afscheid als directeur van de NBMW is Loeks Löhnis vice-voorzitter geworden van de International Federation of Social Workers (IFSW)).

Kenmerkend voor de groei van de Bond tijdens de periode, waarin mejuffrouw Löhnis het werk en de belangen van de Bond behartigde zijn de volgende cijfers: begonnen met bijna 400 leden en aspirant-leden telde de Bond bij haar afscheid 1050 ingeschrevenen. Bij het feestelijke afscheid in Bellevue te Amsterdam op: 27 oktober 1956 werden de grote verdiensten van mejuffrouw Löhnis ook van hogerhand erkend door haar benoeming tot Ridder in des Orde van Oranje Nassau.
Thans, bijna elf jaar later, hebben wij opnieuw en voorgoed afscheid genomen van deze bijzondere persoonlijkheid, die jarenlang de centrale, bindende figuur in de Bond is geweest.

Auteur: H. P. Cloeck
was secretaris van de Sociale Raad in Amsterdam en in 1947 de eerste voorzitter van de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers. Hij schreef dit In Memoriam voor het het Mededelingenblad van de NBMW in december 1967.

Publicatiedatum: 28-10-2022
Datum laatste wijziging :08-11-2022
Links



design by Anne Van De Genachte / built by Dutchlion 2015 / maintenance by Rstyle