Canon speciaal & passend onderwijs
Introductie & toelichting
  homepage
De Canon speciaal & passend onderwijs is ontstaan vanuit de behoefte om aan de discussies over de wens tot inclusie in het reguliere onderwijs versus de noodzaak van speciaal onderwijs meer historische diepgang te geven. Soms lijkt het erop alsof we vergeten zijn dat tot diep in de jaren zestig van de vorige eeuw apart onderwijs voor moeilijk lerende of anderszins problematische kinderen door pedagogen volop werd gepropageerd. Sterker, de ontwikkeling daarvan werd gezien als een vorm van beschaving. In een parallel (‘buitengewoon’) onderwijsstelsel kon immers recht worden gedaan aan hun eigenaardigheden, konden ze in een eigen tempo leren en kregen ze de aandacht die ze in het gewone onderwijs niet kregen. Daar zaten ze ‘gewone’ leerlingen immers alleen maar in de weg en belemmerden ze de voortgang van hun klasgenoten.

Pas in de jaren zestig/zeventig – als wel meer pedagogische zekerheden gaan kantelen – wint de gedachte veld dat deze afzonderlijkheid ook een keerzijde heeft. Het buitengewoon onderwijs zet kinderen apart, geeft ze een stempel en sluit ze af van het normale leven. Het bezorgt kinderen een stigma mee waar ze hun hele leven niet meer vanaf komen. Het onderwijs moet mensen niet uitsluiten, zo luidt de nieuwe overtuiging, maar juist insluiten. Ieder kind – hoogbegaafd of oliedom, ingewikkeld of spontaan, moeilijk of makkelijk - heeft recht op gewoon onderwijs. In feite is dat de ideologische boodschap die vanaf de Contourennota van 1975 het onderwijs op andere gedachten en vooral tot een nieuwe omgang met speciale kinderen moest brengen. Vanaf dat moment spreken we niet meer over buitengewoon onderwijs, maar over speciaal onderwijs. De reis naar het ideale inclusieve onderwijs is begonnen.

Kleine en lastige beslissingen
Deze Canon speciaal & passend onderwijs laat zien dat deze reis verre van gemakkelijk is. Inclusie van bijzondere kinderen in volle klassen blijkt een opgave waar het onderwijs tot op de dag van vandaag mee worstelt. Wat voor extra aandacht mag je van een leerkracht verwachten als de klas gevuld is met dertig stuiterballen en drie zorgleerlingen? Wanneer is een kind beter af in het speciaal onderwijs en hoe bepaal je dat? En wie beslist daarover? Het beleidsstreven naar inclusiever onderwijs stuit op een oneindige reeks kleine en lastige beslissingen. Veel van de argumenten die voor of tegen het speciaal of passend onderwijs worden gebruikt, zijn in het verleden ook gebruikt, vaak om precies het tegenovergestelde te beweren.

Het is goed om kennis te nemen van de slingerbeweging in deze argumentatie en ervan te leren. Dat gebeurt eigenlijk heel weinig. Kennis van de geschiedenis ontbreekt vaak in de discussies over de toekomst van het speciaal onderwijs, waardoor nogal eens gemakzuchtige beweringen worden gedaan. Het feit dat de geschiedenis niet op een toegankelijke wijze beschikbaar was, is daar zeker debet aan.
In deze lacune wil deze Canon speciaal & passend onderwijs voorzien. De Canon laat niet alleen zien dat de keuzes waar leerkrachten en onderwijsorganisaties vandaag de dag voor staan niet louter veroorzaakt worden door een falend onderwijsbeleid uit Den Haag of een gebrek aan financiële middelen, maar vooral iets zeggen over de moeilijkheidsgraad om voor ieder kind dat onderwijs te bieden dat hun mogelijkheden en talenten optimaal tegemoet treedt. Dat vereist vakmanschap, geduld, kennis, samenwerking en passie, zoveel maakt deze Canon duidelijk. We hopen dat de Canon speciaal & passend onderwijs de munitie levert om die eigenschappen in het onderwijs de ruimte te bieden die ze nodig hebben.

Redactionele keuzen
Er is gekozen voor een indeling waarin de ontwikkeling van het onderwijs voor blinden en slechtzienden, en voor doven en slechthorenden (heden ten dage aangeduid als cluster 1 en cluster 2) apart in een reeks van vijf vensters wordt weergegeven. In alle opzichten is dit type onderwijs ‘buitengewoon’ en ‘speciaal’, maar beide vormen kennen in de geschiedenis een eigen ontwikkeling die het rechtvaardigt om ze los van andere vormen te belichten. Voor de onderwijsvormen die heden ten dage als cluster 3 en 4 worden aangeduid zijn twintig vensters gereserveerd. Het betreft de grootste groep die overigens gedurende de hele 20ste eeuw permanent in omvang en aantal is gegroeid, wat iets zegt over de paradox dat naarmate we meer weten over menselijke gebreken en moeilijkheden ze ook steeds vaker lijken voor te komen.

De keuze voor vensters heeft altijd wat arbitrairs. Waarom wel aandacht voor de pioniers Jacobs en Schreuder en minder voor de onderwijsinspecteurs Van Voorthuijsen en Van Houte? En zo zijn er meer keuzes waar je vraagtekens bij zou kunnen zetten. Maar de pretentie van deze Canon speciaal & passend onderwijs is niet compleet en volledig te zijn, maar de bezoekers vooral nieuwsgierig te maken naar het verleden en de discussies die daarin spelen. Wie meer te weten wil komen kan zijn honger stillen in de literatuur waarin in elk venster naar verwezen wordt. Veel relevant historisch materiaal komt voor het eerst in deze Canon voor een breder publiek beschikbaar.

Financiële ondersteuning
Het vervaardigen van deze Canon heeft de nodige tijd gevergd. Het eerste initiatief dateert van 2018. Deels heeft dat te maken met het feit dat het moeilijk was om de financiering te vinden die nodig is om de productie van de Canon mogelijk te maken en digitaal te ontsluiten. Tot onze teleurstelling kregen we van het Ministerie van Onderwijs, toch absoluut een hoofdrolspeler in deze geschiedenis, nul op het rekest. Uiteindelijk vonden we wel gehoor bij de Stichting SPZ, het Landelijke Expertise Centrum Speciaal Onderwijs, Kentalis en VISIO. Dankzij hun financiële steun is deze Canon tot stand gekomen. Het Nationaal onderwijsmuseum en het Lectoraat Jeugd van Hogeschool Windesheim hielpen actief mee aan het tot stand komen van deze Canon door denk- en menskracht ter beschikking te stellen.

Speciaal was de samenwerking met de Stichting Almere Speciaal, die in 2020 het tienjarig bestaan vierde van het speciaal onderwijs in Almere. Ter gelegenheid van dat jubileum maakten we als nevenproduct van deze Canon een speciale boekeditie waarin de geschiedenis van het speciaal onderwijs in Almere in tien vensters wordt geschetst. Het bijzondere van Almere is namelijk dat de stad is ontstaan precies op het moment dat op het ‘oude’ land afscheid werd genomen van de apartheid van het buitengewoon onderwijs. Aanvankelijk was het zelfs de bedoeling dat Almere helemaal geen speciaal onderwijs zou kennen en dat alle kinderen een plek zouden krijgen in het gewone onderwijs. Dat dat uitgangspunt – ondanks alle vernieuwingsdrang – uiteindelijk geen stand heeft gehouden is een indringende illustratie van het feit dat speciaal en regulier onderwijs niet zonder een symbiotische relatie kunnen.

Dank gaat uit naar alle auteurs, veertien in totaal, die invulling hebben gegeven aan de verschillende vensters. Speciale dank, tot slot, gaat uit naar Nelleke Bakker, die toen de Canon haar voltooiing naderde, de moeite heeft genomen om alles nog eens tegen het licht van zorgvuldigheid en juistheid te houden. Ze heeft deze Canon daardoor van vele onzorgvuldigheden weten te behoeden.

Het initiatief tot deze Canon is genomen door:
- Dorien Graas, lector Jeugd, Windesheim, Zwolle.
- Jacques) Dane, historicus, Hoofd Collectie en onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum te Dordrecht.
- Jos van der Lans, eindredacteur Canon sociaal werk, journalist/publicist.
- Teunis Post, psycholoog. Werkzaam geweest in de zorg voor kinderen/mensen met een verstandelijke beperking.
Zij vormden ook de redactie.

Aanvullingen, verbeteringen, toevoegingen, suggesties en correcties zijn ten alle tijden welkom. Mail naar: info@canonsociaalwerk.eu

Publicatiedatum: 10-04-2021
Datum laatste wijziging :20-06-2021
Auteur(s): Jacques Dane, Dorien Graas, Jos van der Lans, Teun Post,
Extra


Aanvullend materiaal
  homepage