NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Verwante vensters
1992 Verankering van kinderrechten
Internationaal verdrag van de rechten van het kind
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

In de geschiedenis zitten veel eeuwen waarin er weinig aandacht was voor kinderen in de samenleving. Ze werden meer als last dan als lust gezien en op onwaarschijnlijke wijze aan hun lot overgelaten. Hoge kindersterfte had lang niet alleen te maken met armoede of gebrekkige gezondheidszorg, maar ook met verwaarlozing. Gelukkig ligt dat nu anders, en krijgen kinderen ruime aandacht. Die ontwikkeling krijgt een officiële verankering in de kinderrechten, internationaal vastgelegd in het internationaal verdrag van de rechten van het kind (in vakjargon bekend als het ivrk).

In de schoot van de Verenigde Naties kwam de Universele verklaring van de rechten van de mens tot stand, officieel aangenomen in december 1948. Daarin worden algemeen geldende mensenrechten benoemd zoals recht op leven, godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting. In de marge hiervan werd in 1959 door diezelfde Verenigde Naties een verklaring van de rechten van het kind opgesteld en goedgekeurd.

Kinderen zijn ook mensen, en vallen dus onder de afspraken rondom deze mensenrechten. Maar kinderrechten kregen nog een extra stevige basis in het verdrag inzake de rechten van het kind (of kort, het kinderrechtenverdrag) dat werd aangenomen op 20 november 1989 en van kracht ging op 2 september 1990. De ratificatie door lidstaten van de Verenigde Naties verliep zeer snel, al laat de ratificatie door de Verenigde Staten nog op zich wachten. De USA wil vooralsnog het verdrag niet ratificeren omdat het de doodstraf voor jongeren onmogelijk maakt.
Het Vlaams parlement ratificeerde het verdrag op 15 mei 1991 waarna de andere Belgische overheden volgden. Op 15 januari 1992 wordt het internationaal verdrag van de rechten van het kind dan in België van kracht.

Het kinderrechtenverdrag geldt voor iedereen jonger dan 18 jaar en omvat een hele reeks rechten voor kinderen zoals het recht op een vrije mening, op privacy en een thuis, op informatie en onderwijs, op vrije tijd en spel. Verder zijn er specifiekere omschrijvingen voor pleeg- en adoptiekinderen, kinderen met een beperking en zijn er aanvullende protocollen opgenomen voor kinderen in gewapende conflicten en inzake kindermishandeling. Er bestaan meerdere opdelingen van de reeks kinderrechten, één daarvan maakt onderscheid tussen overlevingsrechten (waaronder recht op gezondheidszorg), ontwikkelingsrechten (zoals toegang tot onderwijs), beschermingsrechten (geen uitbuiting) en participatierechten. Met die laatste krijgen kinderen recht op participatie bij beslissingen die hen aangaan.

In Vlaanderen kreeg het verdrag en de bijhorende rechten bekendheid via het in 1997 opgerichte onafhankelijke kinderrechtencommissariaat. De eerste kinderrechtencommissaris was Ankie Vandekerckhove. Zij werd opgevolgd door Bruno Vanobbergen. Naast een jaarlijkse stroom aan klachten over kinderrechten zijn een paar opvallende dossiers waar het kinderrechtencommissariaat zich mee hield een pleidooi tegen opsluiten van kinderen in gesloten centra en het gebruik van de mosquito (een toestel dat een vervelend geluid produceert om hangjongeren weg te jagen). Ook kwam het op voor speelruimte voor kinderen nadat in 2006 een rechter een speelpleinwerking in Lauwe had laten sluiten na klachten van omwonenden over geluidsoverlast.

De ontwikkelingen inzake rechten van het kind in Vlaanderen zijn steeds kritisch gevolgd door onder meer onderzoekers van de Universiteit Gent, die in 1978 startten met een centrum rechten voor het kind onder leiding van Eugeen Verhellen.

Publicatiedatum: 10-08-2011
Datum laatste wijziging :11-11-2013
Auteur(s): Jan Steyaert,
Verder studeren
Literatuur
Links
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste