NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
biografie 'Monsieur Vincent', Aumônier des Galères, 1928, gevonden op de markt in Alba, 30/07/06 Joseph de Hemptinne - centrale figuur in de Vincentianen en het ultramontanisme
Allemans Gerief, stichtende almanak met bijzonder veel succes Vincent de Paul, Ec. Française du XVIIe siècle. Musée de l’Assistance publique
1845 De goede werken: Vincentianen en...
Dieu comme but, les pauvres comme moyen
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

Het sociale landschap van het midden van de 19de eeuw toont misère en hongersnood met als antwoorden liefdadigheid door katholieken en filantropie door verlichte liberalen. Ondertussen versnelt de industriële ontwikkeling, is de uitbuiting van het groeiende arbeidsleger schrijnend, maar is het verzet ertegen nog bescheiden en verdeeld.
In de charitatieve paternalistische katholieke zorg zijn de Vincentianen (Sint Vincentius a Paulo) bijzonder bepalend geweest. Hun achtergrond gaat terug op Frédéric Ozanam die in Parijs (1833) het gedachtegoed van de Franse priester Vincent de Paul (1581-1660) terug opnam, m.n. het direct armenbezoek met oog op materiële, maar vooral spirituele bijstand. Een aantal Belgische jongeren uit de hogere burgerij leerden dit katholieke lekenapostolaat en sterk spirituele engagement ook rechtstreeks kennen en raakten er helemaal van in de ban.
Vanaf 1842, de eerste in Luik, komen er Belgische lokale conferenties, met een snelle verspreiding over het hele land, zeer krachtig in Gent (vanaf 1845), in Antwerpen (vanaf 1846) en in West-Vlaanderen. Aanstichters te Gent zijn Désiré Casier, die het Vincentiuswerk tijdens zijn Franse studies had leren kennen, samen met de Gentse textielbaron Joseph de Hemptinne, het latere kopstuk van het Ultramontanisme. Deze laatste was ook de leider van het sociaal traditioneel katholicisme o.a. in de Congressen van Mechelen.

De werking van de elitaire en exclusief mannelijke Vincentianen bestond erin armen binnen de kerk te houden. Via huisbezoek screende men situaties en beantwoordde die met brood- en/of andere voedselbonnen. Naast voeding werd ook kleding verstrekt, soms oude meubels, kachels enz. Ook ziekenzorg werd aangepakt. Men investeerde tevens in patronage, zondagsscholen e.d. en in scholen. Dit in samenwerking met de Broeders van de Christelijke Scholen. Wie in juridische of administratieve problemen zat, kon terecht bij het armensecretariaat. Maar de morele, zedelijke en religieuze sturing was in de ogen van de leden het belangrijkste, wellicht minder in die van de armen. Katholieke lectuur, vrome boodschappen en de zeer succesvolle stichtende almanak ‘Allemans gerief’ (vanaf 1851) moesten het harde bestaan richting geven. De financiering door de burgerij steunde op giften, loterijen en tombola’s. Vincentiusgenootschappen bestaan tot op vandaag, soms doorgegroeid in Wederzijds Hulpbetoon.
Andere 'conferenties' functioneerden in de onmiddellijke nabijheid o.a. de Xaveriusgenootschappen, rond 1854 gesticht door de jezuïet Van Caloen. Zij richtten zich vooral op de arbeiders en zullen via werken van opvoeding en bijstand verbonden geraken met de Federatie van Christelijke Werkliedenvereenigingen, voorloper van het Demokratisch Verbond van België.
Dit mannelijk katholiek engagement laat dus duidelijk politieke uitlopers zien.

Daarnaast waren er vrouwelijke charitatieve werken met een bijzondere impact. Zelfs eerder, reeds in 1840, ontstaat in Brussel l’Association des Dames de la Miséricorde (Dames van Barmhartigheid), met eenzelfde praktijk als de heren maar gereserveerd voor "rechtschapen katholieke dames en juffrouwen van minimaal 25 jaar". Hun oorsprong was eerst volkser, want opgericht door arbeidersvrouwen van de Brusselse Miniemenparochie. Hun middelen waren echter onvoldoende en dus moesten ze een appel doen op rijke dames. Ook met hen, landelijk overkoepeld in l’Archiassociation des Dames de la Charité et de Miséricorde, werd door de Vincentianen samengewerkt.
Een specifiek onderdeel van deze moraliserende werkingen ging uit naar jongeren die men voor misstappen wou behoeden via zondagse patronaten. Zo introduceerde men een vorm van sociaal-cultureel werk avant la lettre. Die patronaten zijn de verre voorlopers van de huidige Chiro jeugdbeweging.
Ook het huisbezoek, één van de centrale professionele activiteiten van maatschappelijk werkers, heeft hier zijn oorsprong.

Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :23-12-2016
Auteur(s): Wim Verzelen,
Verder studeren
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste