NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1936 Ida Frye
Autisme voor het eerst in Nederland beschreven
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
In oktober 1936 werd Siem, vier jaar oud, opgenomen in het net geopende Pedologisch Instituut. Een instelling, verbonden aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar kinderen werden behandeld met complexe problemen. Het jongetje werd in het kindertehuis van het Instituut onderzocht onder leiding van de adjunct-directeur de katholieke zuster Gaudia, de religieuze naam van Ida Frye (1909-2003). Zij had ervaring in de zorg voor meisjes met een verstandelijke beperking en had na haar opleiding Pedagogiek aan de Tilburgse Leergangen drie maanden stage gelopen bij de kinderpsychologe Charlotte Bühler in Wenen. Fryes congregatie, de Zusters van de Choorstraat, speelde een belangrijke rol in de oprichting van het Pedologisch Instituut, een initiatief van onder meer hoogleraar psychologie Theo Rutten. Siem werd samen met een aantal andere kinderen onderzocht en tegelijkertijd behandeld in een team met, naast de pedagoge Frye, de psychiater Ton Meyknecht en de psycholoog Alfons Chorus, een leerling van Rutten. Hun observaties resulteerden in een diagnose van een categorie kinderen als ‘autist’, voor het eerst zo aangeduid in de Jaarverslagen van het Pedologisch Instituut in de periode 1937-1940. Dat was enkele jaren voordat de Oostenrijks-Amerikaanse psychiater Leo Kanner en Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger respectievelijk in 1943 en 1944, hun befaamde artikelen over kinderen met autisme in internationale tijdschriften publiceerden.

De bevindingen van Frye en haar team stonden niet op zichzelf. De diagnose ‘autisme’ kwam tot stand doordat wetenschap samenvloeide met aandacht voor ‘speciale’ kinderen. Belangrijk daarbij is de ontwikkeling van Medisch Opvoedkundige Bureaus (MOB’s), waarvan de eerste werd geopend in 1928 in Amsterdam. In tegenstelling tot de kinderpsychiatrie, die uitging van pathologie, werkten de MOB’s met het idee dat problemen bij ‘normale’ kinderen bijgestuurd konden worden door psychologisch ingrijpen in het gezin. Voor maatschappelijk werkers, meestal vrouwen, en kinderpsychiaters, meestal mannen, lag hier een nieuwe taak. Ook het Pedologisch Instituut kende een tak van ambulant werken met speciale kinderen, geïnspireerd op de MOB’s. Kinderen die een intensievere, wetenschappelijk gefundeerde observatie nodig hadden, zoals Siem, kwamen in het kindertehuis terecht. Volgens een lokale dokter was Siem wellicht verstandelijk beperkt, al dacht zijn vader dat de jongen vooral ‘een eigen wil’ had. Het werk van Frye en haar team leidde niet alleen tot de nieuwe diagnose autisme, door de behandeling ontwikkelde Siem zich relatief goed. Hij bleef weliswaar beperkingen houden, maar hij ging praten en werd minder agressief. In het begin was hij niet te testen, hij wendde zijn blik af. Later lukte dit wel en bleek hij een IQ van 119 te hebben. In 1965, toen Frye hem nog eens interviewde, was Siem 33 en werkte als boekhouder bij een drukkerij. Hij woonde nog wel bij zijn ouders.

Fryes werk kreeg vanaf de jaren vijftig meer erkenning doordat zij – nog onder haar religieuze naam zuster Gaudia – in 1954 een artikel publiceerde, getiteld Behandeling van kinderen met een autistisch toestandsbeeld. Dit artikel verscheen in een boek over Infantiel autisme dat werd geredigeerd door vooraanstaande psychiaters en door zuster Gaudia zelf. In 1968 promoveerde Ida Frye cum laude op een proefschrift getiteld Fremde unter uns. Zij heeft het leven als religieuze dan achter zich gelaten en is werkzaam aan de Universiteit Nijmegen als docent. De vele observaties van Frye en haar team in het Pedologisch Instituut hadden tot dit proefschrift geleid. In dat proefschrift besteedde Frye ruim honderd pagina’s aan de casus van het eerste jongetje dat in Nederland met vroeg-kinderlijke autisme werd gediagnosticeerd.

Publicatiedatum: 23-09-2018
Datum laatste wijziging :30-09-2022
Auteur(s):
Verwante vensters
Verder studeren
Literatuur
  • Annelies van Heijst, Marjet Derks & Marit Monteiro (2010), Ex caritate. Kloosterleven, apostolaat en nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland in de 19e en 20e eeuw.  Hilversum, Uitgeverij Verloren.
Links
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste