One Flew Over the Cuckoo’s Nest One Flew Over the Cuckoo’s Nest
Regie: Miloš Forman
Verenigde Staten, 1975
Hoofdrolspelers: Jack Nicholson, Louise Fletcher
Producer: Michael Douglas, Saul Zaentz
Bestellen
eerste   vorige   overzicht  
 
One Flew Over the Cuckoo’s Nest geldt als een klassieker over de psychiatrie in de VS in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De film past naadloos in de hippie-ideologie van de daarop volgende jaren: het vrijgevochten onaangepaste individu wordt door het systeem, in dit geval het psychiatrisch ziekenhuis, monddood gemaakt als hij/zij zich niet voegt en dat systeem met kritiek aanvalt of belachelijk maakt.
De film is gebaseerd op een boek van Ken Kesey uit 1962, die het boek baseerde op zijn ervaringen als psychiatrisch hulpverlener. Kesey was zo’n typische vertegenwoordiger van de tegenbeweging in die jaren en bevriend met ‘the beats’: Allen Ginsberg, Jack Kerouac en Neil Cassaday. Absolute vrijheid werd nagestreefd, los van de burgerlijke conventies, ondersteund door jazzmuziek, alcohol en drugs. Kritiek op de burgerlijke samenleving was een wezenlijk onderdeel van de tegenbeweging.

Jack Nicholson speelt Randie McMurphy, een vrijgevochten herrieschopper die zich in het psychiatrisch ziekenhuis heeft laten opnemen om zo zijn gevangenisstraf te ontlopen. Daar ondervindt hij dat het psychiatrisch ziekenhuis, misschien nog meer dan de gevangenis, een ‘totaalinstituut’ is, een systeem waar geen plaats is voor individualiteit, laat staan voor begrip en mededogen met de opgenomen patiënten. De machtsuitoefening door het personeel is weliswaar minder gewelddadig dan in de gevangenis, maar de subtiele wreedheid pakt voor de opgenomen patiënten misschien nog desastreuzer uit.

Het autoritaire bewind wordt gesymboliseerd door zuster Ratched. Die speelt als afdelingshoofd patiënten tegen elkaar uit, vernedert ze en bestraft ze bij de geringste misstap. Randie komt in opstand en leert zijn medepatiënten wat vrijheid betekent door op de afdeling een feest te organiseren, waarbij hij oude vrienden het ziekenhuis binnensmokkelt. Waarschijnlijk zijn dat de sterkste scènes uit de film: chronische patiënten die in het instituut jarenlang vegeterend door het leven gaan, worden door een charismatische vrijgevochten buitenstaander uit hun lethargie gehaald en leren weer een glimp van het volle het leven en de vrijheid kennen.

Zuster Ratched kan deze rechtstreekse aanval op haar autoriteit natuurlijk niet accepteren en neemt wraak door Randy eenzaam op te sluiten. De zwakste op de afdeling, een verlegen jonge patiënt wordt door haar onder druk gezet met de dreiging alles wat tijdens de door Murphie georganiseerde wilde nacht gebeurd is, aan zijn ouders te vertellen. De jongen kan de druk niet aan en pleegt zelfmoord. Randie vliegt daarop zuster Ratched aan en wurgt haar bijna. Vervolgens ondergaat Randie, met instemming van de directie, een lobotomie die hem tot zombie maakt. De film eindigt met een scene waarbij een andere opgenomen patiënt de ‘Chief‘, een indiaan van 1.90, met uiterste krachtsinspanning een keukenblok door het raam gooit en uitbreekt. Maar niet nadat hij zijn tot kasplant verworden vriend Randie met een kussen uit zijn lijden heeft verlost. Zuster Ratched blijft afdelingshoofd maar heeft haar autoriteit verloren bij alles wat er voorgevallen is.

Allereerst stelt de film een aantal misstanden in de grote psychiatrische ziekenhuizen uit die tijd aan de kaak. Het beeld werd bepaald door overvolle afdelingen waar patiënten niet behandeld werden maar vegeteerden onder invloed van grote doses psychofarmaca. In die instituten was eerder sprake van een autoritair gevangenisregime dan van een humane opvang voor vaak kwetsbare mensen die in de war waren. Daarnaast schetst de film de psychologische mechanismen die leidinggevenden vaker gebruiken om hun autoriteit kracht bij te zetten. Voor een buitenstaander lijkt het pais en vree, terwijl onderhuids een wrede oorlog gevoerd wordt.
De boodschap van de film is het idee dat vrijheid helend werkt. Chronische patiënten worden weer individuen als ze aan het gewone volle leven kunnen deelnemen. In 1975 werd de film mateloos populair omdat hij paste in de cultuur van de tegenbeweging die ook de gevestigde psychiatrie terecht bekritiseerde. In het tweede decennium van de 21-ste eeuw past de film naadloos in de missie van vermaatschappelijking van de psychiatrie. Patiënten moeten weer zo veel als mogelijk zelfstandig in de maatschappij gaan leven en aan het ‘gewone’ leven deelnemen.

Die extramuralisering van langdurig opgenomen patiënten heeft niet overal goed uitgepakt. In de VS werden, op de golf van terechte kritiek op de gevestigde psychiatrie, de grootschalige state mental hospitals overhaast gesloten zonder dat daar ambulante voorzieningen voor in de plaats kwamen. Patiënten met handicaps en beperkingen kwamen op straat te staan vaak zonder dat familie of instanties zich om hun bekommerden.
In andere landen, in Italië bijvoorbeeld, is deze extramuralisering voorbeeldiger verlopen, tenminste in het rijke noorden. De geslaagde sluitingen van de grootschalige psychiatrische ziekenhuizen in Triëst en Gorizia in de jaren tachtig met als grote inspirator Franco Basaglia, gelden wereldwijd als voorbeeld voor een kleinschalige humanere psychiatrie. Buurtvoorzieningen bieden in geval van crisis hulp aan de patiënt en zijn of haar familie en voor dagopvang en zinvolle dagvulling wordt zorg gedragen.

Nederland blijft ook in de komende jaren 18- tot 20 duizend intramurale psychiatriebedden houden, ondanks de geplande beddenreductie. Regelrechte misstanden zoals in One Flew over the Cockoo’s Nest zullen zich weinig meer voordoen (hoewel de jaren van Finkensieper nog niet zo ver achter ons liggen). Maar het min of meer gedwongen bij elkaar plaatsen van allerlei soms zwaar gehandicapte individuen die tijdelijk of langdurig ernstig in de war zijn, kan nooit bevorderlijk zijn voor hun psychische gezondheid en herstel.

Jan Theunissen



eerste   vorige   overzicht