NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1888 Jules Le Jeune
Een scharnierfiguur in de Belgische sociale wetgeving
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

Jules Le Jeune (1828 - 1911) was in België katholiek minister van Justitie van 1887 tot 1894. Wie zijn naam daar hoort, denkt onmiddellijk en alleen aan de veelbesproken ‘voorwaardelijke invrijheidsstelling’. Met alle controverse daaromheen wordt echter allerminst recht gedaan aan deze eminente, ruimdenkende en sociaal bewogen jurist.

Le Jeune werd opgeleid door de invloedrijke professor Adolphe Prins (Université Libre de Bruxelles). Prins lag o.m. aan de basis van de Kinderbeschermingswet van 1912. Hij en zijn ‘school van het Sociaal Verweer’ bepleitten het weghalen uit het strafrecht van achtereenvolgens de landlopers en bedelaars, de 16-jarigen en de krankzinnige daders. Hun opvatting was dat heel wat crimineel gedrag te maken had met beperking door mentale stoornissen. Op de achtergrond speelde de idee dat de samenleving beschermd diende te worden tegen “abnormalen, onruststokers, gedegenereerden...”. Pure opsluiting bleek niet de enig juiste oplossing, want recidivisme dreigde altijd. In die lijn dacht en werkte Le Jeune als minister.
De wet die hij in 1888 ontwikkelt, is dan ook complexer dan hoe nu tegen ‘voorwaardelijke invrijheidstelling’ wordt aangekeken. Niet enkel de inhoud maar ook de achtergrond is trouwens opmerkelijk.

Met die wet zorgt Le Jeune voor formele verankering van de charitatieve ondersteuning van gevangenen via zogenaamde Comités de Patronage (Beschermingscomités). Doel is het begeleiden van gevangenen, naast het penitentiaire model van opsluiting. Gevangenen worden bijgestaan door leden van (vooral religieus geïnspireerde) privéorganisaties en door religieuzen (zie Broeders Van Scheppers). Dit 19de eeuwse systeem paste in de opvattingen dat de staat zich alleen met ‘orde en veiligheid’ diende in te laten. Opvang, zorg en ondersteuning was de opdracht van liefdadigheidsinstellingen. Dit was geen typisch Belgische benadering. Op het Internationaal Penitentiair Congres van 1848 te Brussel spraken de deelnemers zich uit voor inschakeling van religieuzen. Ducpétiaux zette dit in België al voor Le Jeune op de rails.

In maart 1886, in volle economische crisis, werd het socialistische verzet in Wallonië uiterst agressief onderdrukt. De daarop aansluitende onderzoekscommissie gaf in 1888 toe dat de situatie erg dramatisch was. Le Jeune nam dan een aantal maatregelen die eigenlijk gelden als eerste Belgische sociale wetgeving. Het ging over de afschaffing van uitbetaling van loon in natura, de beperking van vrouwen- en kinderarbeid, een wet op de openbare dronkenschap en de oprichting van een hulpkas voor de slachtoffers van arbeidsongevallen.

Bij de ‘onlusten van 1886’ waren ook een aantal stakingsleiders opgepakt en in de lijn van de toen gangbare klassenjustitie, snel berecht en opgesloten. Dat streek pijnlijk in tegen de haren van de jonge socialistische partijleden en gooide olie op het vuur van de arbeidersstrijd.
Het is in dat licht dat de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling moet worden gezien. Le Jeune, gesteund door Adolphe Prins, maakte in het voorjaar van 1888 die wet met o.a. de argumentatie dat stakingsleiders beter onder controle konden gehouden worden in de samenleving dan in de gevangenis. Opsluiting leidde juist tot onnodige ophitsing.
Falleur, één van de stakingsleiders van 1886, werd de eerste die in juni ’88 kon genieten van de wet op de voorwaardelijke invrijheidsstelling.

Forensisch sociaal werk heeft in België nu zijn plaats binnen een ingewikkeld kader van zowel een Vlaamse als Belgische wet- en regelgeving.

Deze tekst werd geschreven door Wim Verzelen
Datum van eerste publicatie: 03-2011

Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :20-10-2014
Auteur(s): Wim Verzelen,
Extra De auteur van de biografie over Lejeune, Stef Christiaensen was aanvankelijk ook sociaal werker en werd later onderzoeker aan de KU Leuven. Hij overleed 7 augustus 2014. Voor zijn biografie zie Rubriek 'verder studeren'.
Verder studeren
Literatuur
Aanvullend materiaal
Links
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste