NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1943 SON-test
Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietests
  homepage
Het meten van de intelligentie werd na 1900 een belangrijk middel om de plaatsing in het speciaal onderwijs te onderbouwen. De Franse arts Alfred Binet en zijn assistent Théodore Simon kwamen in 1905 met een intelligentietest op de markt die in vele landen populair werd. Daarvan verscheen in 1919 een voor de Nederlandse markt bedoelde bewerking van de arts Dirk Herderschêe.

Deze Binet-Herderschêetest was echter nauwelijks bruikbaar bij dove kinderen omdat die een groot beroep deed op taalvaardigheid. Die was minder ontwikkeld bij dove kinderen vanwege de hegemonie van de spreekmethode op dovenscholen. De SON-test was daarvoor een uitkomst. De ontwerper was Nan Oomen die in 1943 daarop promoveerde aan de Universiteit van Nijmegen. Daarna ontwikkelde ze de test verder in samenwerking met haar echtgenoot Jan Snijders. Vandaar de naam Snijders-Oomen Nonverbale (SON)-Test.

Nan Oomen was in 1940 afgestudeerd als psycholoog. De dovenschool in Sint Michielsgestel benoemde haar als psycholoog. Een psycholoog op een school was toen een unicum in het gehele onderwijs. Zij begon daar met de ontwikkeling van een intelligentietest die beter bruikbaar was voor dove kinderen. Deze SON-test deed weinig een beroep op gesproken taal en deed bovendien meer dan alleen het vaststellen van de verstandelijke leeftijd. Oomen voegde namelijk andere categorieën toe zoals het abstract kunnen denken. Hiervoor ontwikkelde ze de sorteerproef. Bovendien telde ze het karakter en gedrag mee. Hoe ging het kind te werk? Daarvoor ontwikkelde ze een observatieformulier voor de testafnemer. De gedachte was dat een kind geen recht werd gedaan als het alleen beoordeeld werd op kwantitatieve resultaten van een testonderzoek. De test vond al snel haar weg in andere landen.

Sinds 1943 is de test vaak herijkt op dove kinderen, maar ook op horende kinderen. Regelmatig werden subtests toegevoegd die apart waren geijkt. Zo werd de SON breed toepasbaar ook voor onder meer kleuters, jongeren, anderstalige en autistische kinderen. Nog steeds wordt de SON-test, in doorontwikkelde versies als SON-R 2,5-7 en SON-R 6-40, gebruikt in Nederland en ver daarbuiten.

Publicatiedatum: 16-04-2020
Datum laatste wijziging :02-06-2020
Auteur(s): Marjoke Rietveld-
van Wingerden
,
Verwante vensters
Literatuur
  • Nelleke Bakker, Jan Noordman & Marjoke Rietveld-van Wingerden (2010), Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Idee en praktijk 1500-2000. Assen: Van Gorcum.
  • Jacques Dane (2006), Testen, meten en wegen.  In: Marjoke Rietveld-van Wingerden (red.), Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen. Driekwart eeuw kinderstudies in het Paedologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006), pp. 28-44. Zoetermeer: Meinema.
  • Externe link Peter van Drunen (2003), Tussen traditie en vernieuwing. Zestig jaar SON-tests. Amsterdam: Boom. [Onder de link een uitvoerige bespreking van het boek door Matty van der Meulen.]
Aanvullend materiaal
Links
  homepage