NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Het begon met dubbeltjes.... Jos van der Lans
Het begon met dubbeltjes....
De geschiedenis van Woonstichting De Key 1868-2018

Woonstichting De Key, Amsterdam, 2018
ISBN 9789090312811
Bestellen
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste
In opdracht van woonstichting De Key schreef Canon-redacteur Jos van der Lans de geschiedenis van deze Amsterdamse woningcorporatie en haar voorgangers. Die geschiedenis begint in 1868 als een aantal door de Eerste Internationale geïnspireerde Amsterdammers het plan opvatten om in Amsterdam in Nederlandse afdeling op te richten. Arbeiders worden steeds zelfbewuster, links en rechts worden vakverenigingen opgericht, er wordt samengewerkt in coöperaties als het gaat om de inkoop van levensmiddelen en het gebruik van gereedschappen, dus de tijd lijkt rijp voor meer politieke stappen van de arbeidersklasse. Uiteindelijk besluiten de initiatiefnemers, drukker Ferdinand Vislaake, boekhandelaar Bons Boldingh en houtmolenzagerijknecht Klaas Ris om eerst een andere stap te zetten. Een stap die concreter was en die tegemoet kon komen aan een van de grootste problemen waar arbeiders mee kampten: de enorme woningnood.
Fredinand Vislaake had de contouren van dat plan al beschreven in het eerste nummer van het Amsterdamsch Volksblad dat in mei 1868 verscheen. De zomermaanden werden benut om het plan verder uit te werken en meer initiatiefnemers bijeen te krijgen en uiteindelijk riepen die Amsterdamse werklieden op om op 2 november 1868 in veilinglokaal De Zwaan aan de Nieuwendijk een Bouwmaatschappij tot Verkrijging van Eigen Woningen op te richten. 700 mensen kwamen op die vergadering af, 500 konden er in de zaal en schreven zich deze avond in als lid.
Het plan was van een aantrekkelijke eenvoud. Elk lid betaalde elke week een dubbeltje, als er heel veel arbeiders lid zouden worden dan zou dat snel een redelijk kapitaal bijeenbrengen. De leden spaarden met hun dubbeltjes een aandeel van vijf gulden per jaar bij elkaar. Als er woningen gebouwd werden werden die vervolgens verloot onder de aandeelhouders. De gelukkige kon dan de woning betrekken, betaalde een gulden huur per week en kreeg vervolgens de mogelijkheid om in 20 jaar de woning geheel af te lossen, zodat deze ook echt zijn eigendom was. Door met de dubbeltjes een steeds groter fonds te vormen zou de Bouwmaatschappij dus door de jaren heen steeds meer leden/aandeelhouders kunnen bedienen door steeds meer te gaan bouwen.
Dat was het plan en het leidde in Amsterdam tot de alom bekende dubbeltjespanden aan de Mauritskade en de Czaar Peterstraat (inmiddels gesloopt). Toch is dat individuele eigendom er nooit echt van gekomen. Daarvoor ging er in de eerste jaren van de Bouwmaatschappij te veel mis.

De geschiedenis van deze bouwvereniging is zeker in het begin een bijna paradoxale geschiedenis, omdat de verdeeldheid van de vereniging eigenlijk de basis legde voor de Woningwet uit 1901, waarin bewust werd gekozen om niet individueel woningbezit na te streven, maar vooral collectief bezit van door de staat gecontroleerde woningcorporaties te stimuleren. De eerste jaren van de Bouwmaatschappij fungeerde daarvoor als negatief referentiekader. Zo moest het dus niet. De dubbeltjesdroom van 500 arbeiders die op 2 november 1868 de Bouwmaatschappij tot Verkrijging van Eigen Woningen oprichten leiden zo indirect tot een beleid waarin Nederland de grootste sociale huursector van Europa ontwikkelde.

Het begin was dus moeizaam, maar de Bouwmaatschappij ontwikkelde zich al snel tot de grootste bouwvereniging van Amsterdam, een positie de ze tot na de Tweede Wereldoorlog wist te handhaven. Die oorlog trok echter diepe sporen in de Bouwmaatschappij, niet in de laatste plaats doordat NSB’ers lid waren van het bestuur. Na de oorlog raakte de vereniging verzeild in een spiraal van onderling wantrouwen, die haar bijna de kop kostte toen ontdekt werd dat de voorzitter steekpenningen had aangenomen van het schoorsteenvegersbedrijf Vitali. Met veel moeite wist de Bouwmaatschappij zich daarvan te herstellen, maar vervolgens kreeg zij eind jaren zeventig de langste en hardnekkigste huurstaking in de geschiedenis van de Nederlandse volkshuisvesting voor de kiezen.

De Key, zoals we de corporatie nu nog kennen, ontstond in 1996 na een fusie met Lieven de Key en De Doelen, en was op dat moment een van de grotere spelers in de Nederlandse volkshuisvesting. Daar gedroeg de corporatie zich ook naar met grootse plannen en dure vastgoedaankopen. Die ballon spatte uiteen toen rondom 2010 de vastgoedcrisis de corporatie naar de rand van de afgrond bracht. Maar ook hiervan herstelde De Key zich. Anno 2018 richt zij zich op een nieuwe kwetsbare groep: de woonstarters. Maar omdat bij deze corporatie kennelijk niets vanzelf gaat, stuit deze koers op stevig verzet van de zittende huurders. Kortom: een bewogen geschiedenis, die in veel opzichten exemplarisch is voor de Nederlandse volkshuisvesting.

U kunt het boek digitaal downloaden op de speciale 150-jaar-De-Key-pagina op de website van de auteur. Klik daarvoor hier. Het complete boek is in een beperkte gedrukte oplage op 11 december voor geïnteresseerden beschikbaar gekomen.

Recensie NUL20, december 2018.

Artikel Het Parool, 29 december 2018: De dubbeltjesdroom van de arbeiders.



eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste