NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Het onafhankelijkssyndroom Kees-Jan van Klaveren
Het onafhankelijkssyndroom
Een cultuurgeschiedenis van het naoorlogse Nederlandse zorgstelsel

Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2016
ISBN 9789028425507
€ 29.99
Bestellen
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste
‘De zorg’ is vrijwel dagelijks in het nieuws en wordt waarschijnlijk een belangrijk thema voor de verkiezingen in 2017. Die aandacht heeft zich echter nog nauwelijks vertaald naar nieuw historisch onderzoek naar de zorg en de verzorgingsstaat. Dat wordt voor alsnog met name aan sociale wetenschappers overgelaten.
Een uitzondering vormt het boek Het onafhankelijkheidssyndroom (2016) van Kees-Jan van Klaveren met de bijna programmatische ondertitel ‘een cultuurgeschiedenis van het naoorlogse Nederlandse zorgstelsel’. De bijdrage van Van Klaverens boek ligt, zo legt hij in de inleiding uit, in de ‘inhoudelijke analyse van debatten over de vormgeving van het zorgstelsel’ binnen de ‘Nederlandse culture context’. Van Klaveren richt zich daarbij met name op de discussies zoals die gevoerd werden in artsenbladen. Met de analyse van deze debatten wil hij waardenpatronen reconstrueren en de ontwikkelingen daarin verklaren.

Rode draad voor het debat over de naoorlogse vormgeving van het Nederlandse zorgstelsel is, zo betoogt Van Klaveren, het streven naar een zo groot mogelijke onafhankelijkheid van de patiënt’. De auteur onderscheidt vier tijdvakken, de periode 1945-1960, 1960-1970, 1970-1982 en 1980-1990, en gaat in de slotbeschouwing kort in op de periode na 1990. Elke periode laat zich kenmerken door een andere balans tussen rechten en verantwoordelijkheden. Door zijn nauwkeurige analyse van de debatten en de inbedding in de Nederlandse (politieke) cultuur krijgt de lezer goed inzicht in hoe en waarom waardenpatronen veranderden. Zo rekent Van Klaveren niet alleen af met allerlei mythes over de verzorgingsstaat, maar gaat hij ook de discussie aan met andere wetenschappers die het beeld van de verzorgingsstaat bepaald hebben. In de jaren 1980 bijvoorbeeld wilde ‘manager in de politiek’ Ruud Lubbers de verzorgingsstaat niet simpelweg wegbezuinigen, maar vervangen door het model van de ‘zorgzame samenleving’.
Het boek eindigt met de vraag of de participatiesamenleving het einde van de verzorgingsstaat heeft ingeluid. Natuurlijk is het nog te vroeg om die vraag te beantwoorden, maar Van Klaveren maakt duidelijk dat het debat over de Nederlandse zorg onmiskenbaar een nieuwe wending heeft gekregen. Juist vanwege de huidige discussies over de zorg verdient zijn boek een groot lezerspubliek: het is één van de weinige boeken die een helder en nauwkeurig overzicht geeft van het naoorlogse debat over het Nederlandse zorgstelsel. Het onafhankelijkheidssyndroom daagt ook uit om de verzorgingsstaat verder te onderzoeken vanuit cultuurhistorisch perspectief. Want eigenlijk weten we nog weinig over de manier waarop het zorgstelsel is beleefd door de gewone burger. Van Klaveren heeft laten zien hoe verrijkend cultuurhistorisch onderzoek kan zijn voor zowel actuele als historische debatten. (Paul van Trigt)


Beoordeling redactie:
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste