NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1953 De revolutie van de psychofarmaca
Rust in de psychiatrische ziekenhuizen
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste

Tot het begin van de 20ste eeuw zaten patiënten in talrijke psychiatrische ziekenhuizen opgesloten. De onhandelbare patiënten werden in dwangbuizen gestopt, opgesloten op kamers, kregen rustgevende baden omdat ze soms veel lawaai maakten. In de psychiatrische ziekenhuizen waren er zelfs ‘chronische onrust’ afdelingen.

Ruim honderd jaar geleden waren er alleen stoffen uit de natuur afkomstig die een geneeskrachtige werking hadden. Halverwege de 19de eeuw werd er steeds meer geëxperimenteerd met stoffen die niet in de natuur voorkwamen. In die tijd werden er enkele medicijnen uitgevonden tegen psychische klachten zoals aspirine. Men wilde graag meer nieuwe medicijnen ontwikkelen waar patiënten binnen de psychiatrie gebaat zouden zijn. Er werd daarom overal ter wereld geëxperimenteerd en er zijn toen veel nieuwe inzichten voor de huidige psychofarmaca verworven.

Het is moeilijk een eerste gebruik van psychofarmaca aan te wijzen. Een sterke kandidaat is John Cade (1912-1980) een Australische psychiater die al in 1949 experimenten deed met litihumzouten bij manische toestanden. In Nederland is de belangrijkste doorbraak met ‘chloorpromazine’ geweest, dat in 1953 op de markt kwam onder de naam Largactil.

De Franse chirurg Henri Laborit (1914-1995) deed onderzoek naar patiënten die een operatie ondergingen. Hij kwam echter toevallig tot een andere ontdekking. Bij de cliënten die hij het middel 4560RP (stofnaam chloorpromazine) gaf verdwenen de angsten en ze werden rustiger.

Frederik Tolsma (1911-1990), directeur van Maasoord (het latere Delta ziekenhuis), las in de Franse vakbladen over deze ontdekking en besloot contact op te nemen. Hij liet dit middel naar Nederland komen en organiseerde eind 1952 klinische testen met chloorpromazine te Maasoord. Dit onderzoek behaalde zelfs positieve resultaten bij patiënten die tot de ‘zwaarste gevallen van Maasoord’ behoorden. De contacten van de patiënt verbeterden, initiatief en belangstelling vergrootten, toename van activiteiten, spontaniteit, tempo en dergelijke. Er kon nu gestart worden met de anamnesegesprekken die voorheen moeilijker waren. Een anamnese gesprek behandelt de voorgeschiedenis van een patiënt. Er wordt dan een beeld gemaakt over de klachten, medicijngebruik, sociale situatie, hulpmiddelen en dergelijke. Naar aanleiding van zo’n gesprek kan er zorg op maat geboden worden.

Er zou gedacht kunnen worden dat er vanaf nu alleen nog maar vooruitgang in de psychofarmaca geboekt werd maar dit was niet het geval. Er werden steeds meer meldingen gemaakt van bijwerkingen en de mogelijke gevaren van de medicijnen. Er heerste een grote bezorgdheid onder zowel artsen als patiënten. Er konden namelijk overgevoeligheidsreacties optreden, patiënten liepen stijf en star, bloeddrukwisselingen en bloedafwijkingen en niet te vergeten verslaving. Er ontstonden hierdoor ambivalente gevoelens en medicatie werd soms zelfs door patiënten geweigerd, met alle gevolgen van dien.

Largactil kwam binnen één jaar na het testen op de markt. Tegenwoordig zijn er strengere eisen met betrekking tot het testen van medicijnen. Toch is er nu nog steeds kritiek, men is bang op een verslaving en voor beschadiging van de hersenen. Zo wordt er ook getwijfeld bij alle diagnoses die gesteld worden, of deze wel altijd terecht zijn? Is medicatie wel noodzakelijk en wordt deze naargelang het ziekteverloop wel bijgesteld/afgebouwd?

Publicatiedatum: 03-07-2012
Datum laatste wijziging :11-11-2013
Auteur(s): Studenten Fontys , Jan Steyaert,
Verder studeren
Literatuur
Links
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste