NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
Verlies niet de moed Hella de Jonge
Verlies niet de moed
(Boek en DVD)

De Bezige Bij, Amsterdam, 2015
€ 17.90
Bestellen
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste
Verlies niet de moed is het begeleidende boek van de gelijknamige documentaire die op maandag 4 mei 2015 door de VPRO werd uitgezonden en waarvan de dvd bij het boek is ingesloten.
In de documentaire volgt Hella de Jonge het spoor van haar vader, de bekende tekstschrijver Eli Asser, in de oorlog. Om deportatie naar Westerbork te voorkomen negeerde de jonge Eli op aandringen van zijn vriendin en latere vrouw Eefje de richtlijnen van de Joodse Raad en meldden zij zich als personeel van de joodse inrichting Het Apeldoornsche Bos. Al het niet joodse personeel was daar op aanwijzing van de Duitsers vertrokken, waardoor er een groot personeelsgebrek heerste. Eli en Eefje konden daar aan de slag, als respectievelijk leerling-verpleger en in de schoonmaakdienst, terwijl de rest van Eli's familie vanuit Amsterdam werd afgevoerd naar Duitsland. Hij zou ze nooit meer terug zien.
Zelf ontsnapte het jonge stel aan dit lot omdat zij op zondag 20 januari 1943 begrepen wat er zou gaan gebeuren toen de ordediensten van Westerbork opdoken in Het Apeldoornsche Bos en voorbereidingen troffen voor de massale deportatie van de 1500 joodse patiënten en het personeel. Zij ontvluchtten het terrein en doken de rest van de oorlog onder. Dat werd hun redding, maar het afgrijselijk lot van hun naaste familie en de patiënten droeg Eli altijd diep in zich met hem mee. Hij voelde zich schuldig en pas op negentigjarige leeftijd vertelde hij het verhaal aan zijn dochter Hella de Jonge. Het voelde, zo zegt hij in de documentaire, als een 'tweede bevrijding'.

Over de documentaire
"Verlies niet de moed", waren de laatste woorden van de moeder van Eli Asser, voor haar deportatie naar Auschwitz. In de gelijknamige documentaire volgt Hella de Jonge het spoor terug, één van de belangrijke verhaallijnen van de documentaire. Op de Blauwbrug over de Amstel vertelt de inmiddels hoogbejaarde Asser hoe hij als jonge man van rond de 20 terugkeerde van een bezoek aan zijn Eefje.

Nog wat dromerig komt hij aanlopen en wordt staande gehouden door een politieagent die onderdeel uitmaakt van een cordon SS'ers dat de brug heeft afgesloten. In de Jodenbuurt is de eerste grote razzia gaande. De agent maant de jonge man om te keren. Het is het begin van de onderduikjaren.

Met Eef komt Eli terecht in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bos. Ze denken daar de oorlog te kunnen overleven als (leerling-)verplegers, tot het bericht komt van een aanstaande Duitse deportatie. Ze bespreken drie keuzes: mee op transport met de patiënten, zelfmoord plegen, of vluchten. Ze kiezen voor het laatste, in januari 1943.

Zeventig jaar later komt Hella met haar vader terug bij de sloot waar ze overheen moesten, voordat ze uit Apeldoorn terugliepen naar Amsterdam, vanwaar ze weer uitweken naar nieuwe onderduikadressen.

Een ander belangrijk onderdeel is de doos die Asser altijd bewaard heeft. Hij komt tevoorschijn als hij naar een benedenwoning moet verhuizen. Aan zijn dochter vraagt hij om ‘de rommel’ te komen ophalen. Het blijkt het erfgoed te zijn van haar lievelingstante Ro, de vrouw die haar de aandacht schonk die ze nooit van haar moeder kreeg.

Er komen foto’s tevoorschijn van overgrootvaders die ook al optraden als komedianten. En documenten uit de oorlog die veel duidelijk maken. Eli Asser kan er nu niet meer over zwijgen tegen Hella. Dan wordt het aangrijpend, emotioneel. Dan bloeit voor het eerst na al die jaren de liefde op tussen vader en dochter.

Zie ook:
- Recensie de Volkskrant van Aleid Truyens
- Venster in de Canon gehandicaptenzorg over het Apeldoornsche Bos
- Interview met Hella de Jonge voor NPO Doc over ‘Verlies niet de moed’


Over de auteur
In de jeugd van Hella de Jonge (Den Haag, 1949), dochter van auteur Eli Asser en Eva Asser Croiset,en partner van Freek de Jonge, stond creativiteit voorop. Vanaf haar achtste jaar speelde Hella viool en ze was zo vaardig met naald, draad en breimachine dat ze op 16 jarige leeftijd al geld verdiende door zelfgemaakte jurken te verkopen aan winkels in de Amsterdamse PC Hooftstraat. Op haar zeventiende werd ze toegelaten op de Rietveld Academie en na een basisjaar volgde ze de studierichting edelsmeden en (een blauwe maandag) mode. Later zou ze daar nog een specialisatie keramiek en de lerarenopleiding aan toevoegen. Om haar studie te bekostigen, werkte Hella als professioneel danseres. Maar haar werk bij de Snip & Snaprevue gaf ze uiteindelijk op omdat ze het niet leuk vond om zelf in Tilburg te moeten optreden als haar geliefde Freek in Groningen stond. Verder deed ze er alles aan om zo zelfstandig mogelijk van hem te opereren. Na de Rietveldacademie - en ook toen de kinderen geboren waren - is ze blijven werken. Ze had korte tijd een winkeltje waar ze eigen sieraden verkocht, ze gaf les en ze exposeerde de beelden (in keramiek en brons). In 2006 verscheen het autobiografische Los van de wereld. In februari 2012 verscheen Spring.


Beoordeling redactie:
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste