Samen voor ons eigen Diederick Klein Kranenburg
Samen voor ons eigen
De geschiedenis van een Nederlandse volksbuurt: de Haagse Schilderswijk 1920-1925

Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2013
ISBN 9789087043759
€ 25.00
Bestellen
eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste
Politici dwepen dikwijls met de goede oude saamhorigheid die er vroeger was in een volksbuurt als de Haagse Schilderswijk. Dat nostalgische beeld kraakt Leids historicus Diederick Klein Kranenburg in zijn proefschrift Samen voor ons eigen. De geschiedenis van een Nederlandse volksbuurt: de schilderswijk 1920-1985. ‘De saamhorigheid hield op bij de hoek van de straat.’

Er bestaan veel mythen over volkswijken als de Amsterdamse Jordaan en de Haagse Schilderwijk, aldus Klein Kranenburg. ‘Politici die dromen van de participatiemaatschappij, waar niet de overheid maar buren voor elkaar zorgen, verwijzen vaak naar de saamhorigheid en burenhulp die in deze volksbuurten heel sterk zou zijn geweest. En een andere populaire aanname is dat dit veranderde in de jaren ’60 door de komst van gastarbeiders.’
Populair-wetenschappelijke onderzoeken over de wijk blikken meestal nostalgisch terug. De historicus onderzocht of dat romantische beeld wel klopt voor de Schilderwijk in de periode 1920 – 1985. Zijn conclusie: de wijk was al vóór de komst van migranten sterk verdeeld. Door archiefonderzoek bij de sociale dienst, de politie en het buurthuis analyseerde hij de samenstelling van de bevolking en hun achtergrond. Ook interviewde hij bijna 80 oud-bewoners.
In de vooroorlogse periode waren er aanzienlijke verschillen tussen inkomens en type bewoners. Er waren heel arme bewoners die iedere dag moesten knokken om wat geld te verdienen. Maar er waren ook geschoolde buurtgenoten met een kantoorbaan die aansluiting zochten met de buitenwereld. De Schilderswijkers ventten die verschillen zelf breed uit. ‘De mensen die het iets beter hadden, keken vaak neer op hun armere buurtgenoten. En die vonden op hun beurt de rijkeren arrogant. Armoede stond voor veel bewoners gelijk aan asociaal gedrag. De welvaart en reputatie verschilden per straat. De saamhorigheid kon heel sterk zijn, maar hield al snel op als je de hoek omging.’

Na de Tweede Wereldoorlog namen de verschillen tussen bewoners af. Wie beter ging verdienen, trok in de jaren ’50 weg naar een van de Haagse nieuwbouwwijken. De armste bewoners, en bewoners die zich juist thuis voelden in de wijk, bleven achter. Velen zetten zich af tegen de wereld buiten de wijk. ‘Er ontstond een hele sterke “samen voor ons eigen”-mentaliteit. Groepjes bewoners binnen straten bepaalden de norm. Je werd genegeerd of weggepest als je daar niet aan voldeed. Sommige oud-bewoners keken vol warme gevoelens terug en misten de eensgezindheid van die tijd. Anderen uit diezelfde straat vertelden dat zij en hun ouders geen contact hadden met de buren en zich er helemaal niet zo thuis voelden.’

Vanaf de jaren ’70 ging de Schilderswijk volledig op de schop. Verpauperde straten werden gesloopt waardoor oorspronkelijke bewoners wegtrokken naar andere buurten. Na de renovatie namen vooral allochtonen hun intrek in de wijk; tegenwoordig vormen zij 90 procent van de bevolking. Klein Kranenburg: ‘De samenstelling van de bewoners veranderde enorm. Tegelijkertijd is er ook continuïteit. Het bleef de buurt met de armste bewoners van de stad en een deel van hen bleef met de rug naar samenleving staan.’

Tekst overgenomen van de site van de Rijksuniversiteit Leiden.



eerste   vorige   overzicht   volgende   laatste