NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1985 Nimby - boze burgers
Hoe tolerant is Nederland?
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
In de nacht van 22 februari 2008 gaat in de wijk Kruiskamp in Den Bosch een beoogd opvangtehuis in vlammen op. Aangestoken, zo wordt vermoed. De brand was daags daarvoor tijdens een informatiebijeenkomst al aangekondigd. Buurtbewoners verzetten zich fel tegen een ‘junkhostel’ in hun buurt. Niet dat ze tegen zo’n voorziening waren, nee, nee, maar waarom nou juist in hun buurt? Waarom niet op een verderop gelegen industrieterrein? Nee, zei het gemeentebestuur, verslaafde daklozen moeten juist in de buurt worden opgenomen en niet worden buitengesloten. Na de brand moest de gemeente alsnog op zoek naar een andere locatie.

Dit incident staat niet op zichzelf. Vrijwel elke grote gemeente kent zulke confrontaties, alleen monden ze gelukkig hoogstzelden uit in brandstichting. Het lijkt een wet van Meden en Perzen: omwonenden verzetten zich tot het uiterste tegen de komst van nieuwe opvangvoorzieningen voor verslaafden, psychiatrische patiënten, daklozen of asielzoekers. Sinds het midden van de jaren tachtig hebben we er ook een naam voor: nimby, de afkorting van de Engelse uitdrukking not in my backyard ofwel ‘niet in mijn achtertuin’; of, op zijn Vlaams: nivea, wat staat voor ‘niet in voor- en achtertuin’.

Nimby is het resultaat van twee bewegingen. Aan de ene kant zijn veel burgers sinds de jaren zeventig assertiever en mondiger geworden. Ze leggen zich niet zomaar neer bij beslissingen van hogerhand en grijpen alle juridische en publicitaire mogelijkheden aan om hun gelijk te halen. Aan de andere kant zijn moderne burgers in dezelfde jaren ook anders gaan denken over mensen met afwijkingen (zie: 1980 Het Groot Walenburgs Vuilharmonisch Orkest). Het overgrote deel der Nederlanders meende dat mensen die huis en haard zijn kwijtgeraakt vanwege financiële, psychiatrische of andere problemen, niet langer weggestopt moesten worden in ver weg gelegen oorden, maar een kans (en dus een plek) moesten krijgen om zich midden in de samenleving te kunnen herpakken.
En dat gebeurde ook. In de jaren tachtig begon de de-institutionalisering van de psychiatrie op gang te komen. Patiënten verhuisden van de duinen en bossen naar gewone woningen in de steden. Probleem daarbij was dat hun dagelijkse bezigheden en activiteiten niet meeverhuisden naar de stad. Ook bleken de sociaalpsychiatrische voorzieningen in de stad aanvankelijk nog onvoldoende in staat deze patiënten adequaat op te vangen. Nogal eens kwam de de-institutionalisering neer op re-integratie zonder ondersteuning. Velen begonnen wat doelloos door de stad te lopen. Het aantal zwervers nam daardoor toe.

De-institutionalisering betekende dus dat er nieuwe kleinere voorzieningen moesten komen in de steden. Toen daarvoor uiteindelijk toch plekken gevonden werden, bleek er onder de bevolking naast de moderne rationele principes ook nog een ander – irrationeel – register te bestaan. Als het zo dichtbij kwam, zag men ineens inbraken in het verschiet, criminaliteit, overlast, bedreigingen van kinderen en waardedalingen van huizen. Dan zei men: ‘Ja, het moet wel gebeuren, maar niet in mijn buurt.’ Dat patroon is – zoals gezegd – inmiddels een vertrouwde nimby-dynamiek geworden; een confrontatie die elk jaar weer ergens in een gemeente de kop opsteekt (en die overigens ook van toepassing is op windmolens, hondenpoepperken en andere heftige aanpassingen van de leefomgeving).

Toch is het te gemakkelijk om het verzet tegen de komst van opvanghuizen louter af te doen als een gebrek aan tolerantie van burgers. Soms lijkt het erop dat bestuurders, van zorginstellingen en gemeenten, hier bij voorbaat van uitgaan. Dan worden de plannen wat gemaskeerd gebracht of worden problemen weggewuifd. Een goede en open communicatie met de buurt ontbreekt. Met alle gevolgen van dien, want als burgers er dan achter komen, is hun woede helemaal groot.
Er zijn overigens wel degelijk voorbeelden waar men erin is geslaagd draagvlak te organiseren. Zo werden in Utrecht sinds 2001 bij de realisatie en het beheer van hostels op initiatief van de gemeente beheergroepen ingesteld. Zo’n beheergroep maakt afspraken over het veilig en leefbaar houden van de buurt rond de voorziening en legt die afspraken vast in een beheerplan. De wethouder ondertekent namens de gemeenteraad samen met de leden van de beheergroep het beheerplan. Deze aanpak is succesvol, zo blijkt uit onderzoek van Post en De Zeeuw uit 2008 (zie literatuur).

Overigens heeft de gemeente Den Bosch na de brand in 2008 inmiddels twee nieuwe locaties gevonden voor de realisatie van hostels voor verslaafden met psychische problemen. Ook hier was de les dat men, conform het ‘Utrechts model’, buurtbewoners vanaf de start nauw moest betrekken bij de ontwikkeling en het beheer van deze hostels. Met succes: de hostels hebben de voorpagina’s niet meer gehaald.

Overigens blijkt ook regelmatig dat buurtbewoners zodra de opvangvoorziening voor daklozen er is en probleemloos functioneert, ze zelfs gehecht raken aan ’hun’ daklozen. Dat bleek bijvoorbeeld in juni 2012 toen de gemeente Amsterdam het plan opvatte om in het centrum van de stad een door daklozen veel gebruikt inloophuis, een koffiehuis en een kledingwinkel van de Volksbond te sluiten. Buurtbewoners en ondernemers reageerden woendend op dit voornemen. Sommige bewoners stelden zelfs voor om een tientje in te houden op de aanslag van de gemeentebelastingen en dat aan de Volksbond te doneren. Zo kan het dus ook.



Publicatiedatum: maart 2012,
laatste wijziging 6 juni 2012.
Auteur: Jan Jumelet

Publicatiedatum: 00-00-0000
Datum laatste wijziging :00-00-0000
Auteur(s): Jan Jumelet,
Verwante vensters
Literatuur
  • Externe link Bakker, C.Th., e.a., (2011), Opvang en zorg onder één dak, HVO-Querido Amsterdam 1969-2009, Zwolle, Walburgpers.
  • Rooijen, Sonja van, en Dorinda Maas (2007), 'Zorg voor verslaafde dak- en thuislozen in Utrecht',  in: Rehabilitatie, nr. 2 juni/juli 2007.
  • Post, C., en J.W. de Zeeuw, (2008), Wakker Beheer. Evaluatieonderzoek beheergroepen hostels voor verslaafde dak- en thuislozen gemeente Utrecht.  Houten: Laagland-advies.
Links
Studieopdrachten Klik hier om de studieopdrachten te bekijken
Video

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste