NIEUW
Podcast-serie Canon sociaal werk
Symposium erfgoed en sociaal werkSymposium 13 juni
1957 Professionalisering
Van Z-verpleging naar ondersteunende en gespecialiseerde begeleiding
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
De zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen was lang vooral een taak van verpleegkundigen. Het diploma Ziekenverpleging kreeg in 1921 wettelijke erkenning. Enkele jaren later werd er een onderscheid aangebracht tussen Ziekenverpleging A en B. Ziekenverpleging B leidde op voor de zorg van ‘zenuwzieken en krankzinnigen’. Dat was de verzamelnaam waar ook de ‘zwakzinnigenzorg’ onder viel.
Op initiatief van zwakzinnigeninrichtingen werd in 1957 de Federatieve Opleiding Zwakzinnigenzorg opgericht. De Z-verpleging als specialisatie was daarmee een feit. De eerste opleidingsboeken getuigen hiervan, zoals Grondslagen der Zwakzinnigenzorg (1958). In 1963 begon de start van het wetenschappelijk Tijdschrift voor Zwakzinnigheid en Zwakzinnigenzorg. Het diploma Z-verpleegkunde werd pas in 1978 wettelijk erkend, met terugwerkende kracht tot 1961.

In service-opleiding
De Z-opleiding was een ‘in service’-opleiding. Leerlingen waren in dienst van de inrichting en kregen les van docenten die daar werkten. Daarnaast startte in 1972 het verpleegkundig dagonderwijs in het mbo en hbo. Hierbij worden lessen op school gecombineerd met stages. Deze verpleegkundige opleidingen richtten zich op meerdere zorgbranches, waarbij je je pas later in de opleiding kan verdiepen in een specifieke sector zoals de gehandicaptenzorg.
In de jaren zestig kwam er kritiek op het medische model van de zwakzinnigeninrichtingen. Het hebben van een beperking is geen ziekte. Met de leus ‘Mensen met mogelijkheden’ is ingezet op een meer opvoedkundig model. Hiertoe werden er dagverblijven en tehuizen voor gehandicapten opgericht. De combinatie van werken en leren was hier mogelijk bij de opleiding Pedagogisch Werk en door Verdere Scholing in Dienstverband. In het dag- en parttime onderwijs startten in diezelfde periode opleidingen Inrichtingswerk op hbo- en mbo-niveau, de voorlopers van de latere opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Sociaal Pedagogisch Werk.

Samenhang
In de jaren negentig ontstaat behoefte samenhang aan te brengen tussen de verschillende opleidingen en leerwegen. Na een experimenteerfase worden vanaf 1998 alle beroepsopleidingen in principe via twee leerwegen aangeboden. De combinatie leren-stage via de beroepsopleidende leerweg (BOL) in het mbo of het dagonderwijs in het hbo. En de combinatie leren-werken via de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo (BBL) of de duale leerweg in het hbo.
De opleiding tot Z-verpleegkundige is hierbij overgeheveld naar het opleidingsstelsel voor Verpleging & Verzorging, waarbij in de opleiding tot Verpleegkundige in het mbo een aparte deelkwalificatie is opgenomen voor de Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG). De opleiding tot Pedagogisch Werker is opgegaan in de opleiding tot Sociaal Pedagogisch Werker (SPW), met een uitstroom voor de Verstandelijk Gehandicaptenzorg op niveau 3 (SPW-VG) en voor Woonbegeleiding en Activiteitenbegeleiding op niveau 4 (SPW-WB en SPW-AB).

Competentiegericht onderwijs
Na klachten over de inzetbaarheid van leerlingen en gediplomeerden werd vanaf 2000 de focus gericht op wat beroepskrachten moeten kunnen: het competentiegericht beroepsonderwijs. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) startte hiervoor samen met de vakbonden Abvakabo-FNV en CNV Publieke Zaak het traject Naar Herkenbare Competenties. In dit kader zijn de taken, kernopgaven en competenties van beroepskrachten in kaart gebracht en op basis hiervan in 2005 de competentieprofielen voor Assistent Begeleider (A), Begeleider (B) en Coördinerend Begeleider (C) vastgesteld.
Doordat de benodigde sociaal-agogische en verplegende en verzorgende competenties hierin geïntegreerd zijn beschreven, konden nieuwe gecombineerde zorg & welzijnsopleidingen tot stand komen. Het medische en opvoedkundige model is hierbij vervangen door een bredere benadering van ondersteuning van cliënten. Niveau A van het competentieprofiel is hierbij vertaald naar de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau B naar Medewerker Maatschappelijke Zorg en niveau C naar Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg. Voor cliënten met een grotere zorgbehoefte is de relatie met de V&V-opleidingen behouden door de branchespecifieke differentiatie gehandicaptenzorg.

Verdere differentiatie
Voor het hbo werd in 2008 het profiel voor niveau D (dienstverleningscoördinator) opgesteld. Met deze verdere differentiatie in niveaus kan beter worden ingespeeld op de verschillende mate van complexiteit van de ondersteuningsbehoefte van cliënten. Ook zijn er verdiepende profielen opgesteld voor de ondersteuning van specifieke doelgroepen.

Het profiel D heeft mede de basis gelegd voor het profiel zorg in de HBO opleiding sociaal werk en een verdiepende minor die ook openstaat voor HBO-Verpleegkunde. De verdiepende profielen zijn gebruikt voor de ontwikkeling van keuzedelen in het mbo en specifieke minors in het hbo.
Omdat de doorstroom van beroepskrachten op mbo-niveau naar het niveau hbo-bachelor werd belemmerd door de lange opleidingsduur is de mogelijkheid gecreëerd voor kortere tweejarige hbo-opleidingen op het niveau Associate Degree (AD). Dit in lijn met de internationale niveau-indeling in Europa. In samenwerking met enkele hogescholen heeft de VGN hierop ingespeeld door ervoor te zorgen dat er een AD-opleiding voor Sociaal Werk in de Zorg tot stand kwam. Deze AD-opleiding op niveau 5 wordt inmiddels door verschillende hogescholen verspreid over het land aangeboden.

Doorlopende leerlijn
De VGN en de vakbonden zijn daarna aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn van niveau 3 in het mbo tot en met bachelor niveau 6 in het HBO, die ook geschikt is voor volwassenen die in de beroepspraktijk extra competenties hebben verworven. Dit door leereenheden te ontwikkelen met leerresultaten die leerwegonafhankelijk kunnen worden getoetst. Dit model voor “Onderwijs op Maat” is door diverse scholen inmiddels geïmplementeerd en wordt voor meerdere leereenheden ook landelijk via de Nationale Schoolklas aangeboden.
Eind 2022 is het beroepscompetentieprofiel van de begeleider gehandicaptenzorg geactualiseerd. Hierin is ook het profiel voor de Assistent begeleider op niveau 2 mbo in samenhang met de andere beroepsniveaus beschreven. De titels van Begeleider op niveau 3 en Persoonlijk begeleider op niveau 4 mbo zijn hierbij gelijk gebleven. Voor niveau 5 wordt in dit profiel nu de titel Gespecialiseerd begeleider gebruikt en voor niveau 6 Coördinerend begeleider. Op basis van deze geactualiseerde profielen kunnen ook de opleidingen hun aanbod actualiseren.

Voor het verpleegkundige beroep geldt een verplichte beroepsregistratie in het kader van de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG). Het doel van deze wet is patiënten te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. Voor begeleiders in de gehandicaptenzorg geldt deze verplichting niet. Wel is er voor begeleiders die actief zijn bij de Beroepsvereniging van Professionals in het Sociaal Werk een pilot voor beroepsregistratie gestart. Dankzij subsidie van VWS wordt het voor begeleiders dan makkelijke om kennis uit te wisselen scholing en training te volgen.

Publicatiedatum: 01-09-2012
Datum laatste wijziging :13-10-2023
Auteur(s): Hans Timmerman,
Verwante vensters
Verder studeren
  • Externe link Onder regie van VGN, Vilans, ZonMw en MEE Nederland (2023), Kennisplein gehandicaptensector Praktische kennis en inspiratie voor én door de gehandicaptensector.
Literatuur
Aanvullend materiaal
  • PDF document Interview met Joke van Velzen (2019), ’Wij zijn er voor ze’ . Over toewijding, de verpleegkundige blik en het verdwijnen van ”de Z”. Uit: Jos van der Lans, niet-normaal. Ontwikkelingen en dilemma’s in de Nederlandse gehandicaptenzorg. Utrecht: Uitgeverij De Graaff.
Links
Video

UouTube, 26 aug. 2012 | Hans Timmerman van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland spreekt over de competentieprofielen voor de gehandicaptenzorg. Naast een basisprofiel, bestaan er profielen voor specifieke doelgroepen, waaronder het competentieprofiel SGLVG. Nauw gerelateerd aan de competentieprofielen is het kader kritische vakkennis, dat kennisbronnen bevat ten behoeve van het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking.

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste